21.2.8.2.6 Conclusie toepassing leerstuk ten aanzien van interne kosten

Voor toepassing van het leerstuk ten aanzien van kosten waarop geen btw drukt (althans de “interne kosten”) zijn geen goede gronden te vinden in de (Europese) regelgeving en de Europese jurisprudentie. De enige aanwijzing die voor het leerstuk pleit, is het ontbreken van een rechtstreeks verband tussen dienst en vergoeding in gevallen waarin de participanten zo nauw met elkaar verstrengeld zijn, dat het niet doenlijk is om afzonderlijke diensten tussen de participanten te onderscheiden. Toepassing van het leerstuk zou dan gerechtvaardigd moeten worden door de aanname dat een rechtstreeks verband tussen de prestatie en de vergoeding ontbreekt, door het neutraliteitsbeginsel (als bijzondere vorm van gelijkheidsbeginsel) en / of door het doelmatigheidsbeginsel. Ik vind een dergelijke benadering wel wat ver gaan. Indien afzonderlijke entiteiten te onderscheiden zijn, kunnen zij mijns inziens niet als één belastingplichtige worden behandeld, tenzij sprake is van een fiscale eenheid.