NJB 2018/2006
Bestanddeel “(oogmerk van) uitbuiting” in art. 273f lid 1 Sr: de vraag of en zo ja wanneer sprake is van – het niet in de wet gedefinieerde – 'uitbuiting' is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Onder meer komt – in een geval als het onderhavige – betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd. Daar komt bij dat voor de vervulling van de delictsomschrijving niet nodig is dat het slachtoffer daadwerkelijk wordt uitgebuit. I.c. kon het hof tot vrijspraak komen. Dat betrokkene i.c. de feitelijke beschikkingsmacht over zijn bankrekening waarop zijn salaris werd gestort werd onthouden en de verdachten betrokkene uiteindelijk na de periode waarin hij werkzaam was van zijn salaris hebben bestolen, maakt niet dat zonder meer sprake is van 'het oogmerk van uitbuiting'
HR 16-10-2018, ECLI:NL:HR:2018:1946
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
17/01888
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1946, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑10‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:341, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑04‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2017
- Wetingang
(art. 273f Sr)
Essentie
Bestanddeel “(oogmerk van) uitbuiting” in art. 273f lid 1 Sr: de vraag of en zo ja wanneer sprake is van – het niet in de wet gedefinieerde – 'uitbuiting' is sterk verweven met de omstandigheden van het geval. Onder meer komt – in een geval als het onderhavige – betekenis toe aan de aard en duur van de tewerkstelling, de beperkingen die zij voor de betrokkene meebrengt, en het economisch voordeel dat daarmee door de tewerksteller wordt behaald. Bij de weging van deze en andere relevante factoren dienen de in de Nederlandse samenleving geldende maatstaven als referentiekader te worden gehanteerd. Daar komt bij ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.