V-N Vandaag 2018/233
Ook weer prejudiciële vragen over gevolgen Duitse mini-jobs voor kinderbijslag
HR 02-02-2018, ECLI:NL:HR:2018:127
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 februari 2018
- Zaaknummer
16/03746, 16/03747, 16,03748
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Kinderbijslag
Internationale sociale zekerheid / Premieheffing
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:19, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑01‑2020
ECLI:NL:HR:2018:126, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:HR:2018:127, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑02‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:222, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑09‑2016
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU over de gevolgen van Duitse mini-jobs. De Hoge Raad wil onder andere weten of het in strijd is met het EU-recht dat een ingezetene van Nederland niet verzekerd is voor de Nederlandse volksverzekeringen, als hij in een andere lidstaat werkt en is onderworpen aan de socialezekerheidswetgeving van de werkstaat.
Samenvatting
Mevrouw Franzen heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in Nederland. Sinds november 2002 werkt zij, via een zogenoemde ‘mini-job’, als kapster in Duitsland. Omdat er sprake is van een mini-job, heeft Franzen geen recht op het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.