Einde inhoudsopgave
Regeling SUWI
Artikel 2.1 Middelen landelijke cliëntenraad
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2009. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 12-06-2009
- Bronpublicatie:
29-05-2009, Stcrt. 2009, 104 (uitgifte: 10-06-2009, regelingnummer: UB/A/2009/11373)
- Inwerkingtreding
01-09-2009, terugwerkend tot: 12-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-08-2009, Stcrt. 2009, 104 jo Stcrt. 2009, 13090 (uitgifte: 31-08-2009, regelingnummer: IVV/BBO/2009/16837)
29-05-2009, Stcrt. 2009, 104 jo Stcrt. 2009, 13090 (uitgifte: 10-06-2009, regelingnummer: UB/A/2009/11373)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid re-integratie / Bijzondere onderwerpen
Sociale zekerheid werkloosheid / Algemeen
Arbeidsrecht / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Algemeen
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Decentralisatie
Sociale zekerheid re-integratie / Algemeen
1.
De minister stelt jaarlijks voor 1 december de omvang van de middelen van de landelijke cliëntenraad als bedoeld in artikel 8, vierde lid, van de Wet SUWI, vast aan de hand van een jaarplan met begroting.
2.
Deze middelen zijn bestemd voor:
- a.
de kosten van het secretariaat en ondersteuning van de landelijke cliëntenraad;
- b.
de kosten ten behoeve van leden van de landelijke cliëntenraad en in verband met de taakuitoefening door de raad;
- c.
kosten in verband met in het jaarplan opgenomen onderzoeken naar cliëntenparticipatie in het domein van werk en inkomen en activiteiten ter bevordering van deze cliëntenparticipatie.
3.
De minister kan toestaan, dat de middelen worden aangewend voor meer activiteiten dan in het jaarplan met begroting zijn opgenomen.
4.
De minister kan besluiten de omvang van de middelen te wijzigen.
5.
Ten behoeve van de landelijke cliëntenraad worden geen verplichtingen aangegaan en geen uitgaven gedaan die leiden tot overschrijding van de vastgestelde middelen.