Gst. 2014/115
Sluiting bedrijfspand. Intrekking sluitingsbevel. Procesbelang. Erkenning onrechtmatigheid primair besluit. Zuiver schadebesluit. Causaal verband. Hypothetisch rechtmatig besluit. (Wijchen)
ABRvS 05-02-2014, ECLI:NL:RVS:2014:299, m.nt. R.D. Boesveld
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
5 februari 2014
- Magistraten
Mrs. C.H.M. van Altena, C.J. Borman en J.A. Hagen
- Zaaknummer
201301726/1/A2
- Noot
R.D. Boesveld
- JCDI
JCDI:ADS919499:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Overheid en privaatrecht
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:299, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 05‑02‑2014
- Wetingang
(Art. 13b Opiumwet)
Essentie
Sluiting bedrijfspand. Intrekking sluitingsbevel. Procesbelang. Erkenning onrechtmatigheid primair besluit. Zuiver schadebesluit. Causaal verband. Hypothetisch rechtmatig besluit. (Wijchen)
Samenvatting
De jurisprudentie waaruit blijkt dat geen aanspraak bestaat op schadevergoeding, indien ten tijde van het nemen van een rechtens onjuist besluit een rechtmatig besluit had kunnen zijn genomen dat naar aard en omvang eenzelfde schade tot gevolg zou hebben gehad, is ook van toepassing op handhavingsbesluiten. Dat de burgemeester het besluit van 28 maart 2011 heeft ingetrokken, omdat de voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de sluitingsduur van een jaar onvoldoende is gemotiveerd, betekent niet dat de burgemeester niet bevoegd was om ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.