Einde inhoudsopgave
Wet volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer BES
Artikel 10.11
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2012
- Bronpublicatie:
22-12-2011, Stb. 2012, 27 (uitgifte: 03-02-2012, kamerstukken: 32473)
- Inwerkingtreding
01-07-2012
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-05-2012, Stb. 2012, 232 (uitgifte: 05-06-2012, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Volkshuisvesting en wonen / Algemeen
Ruimtelijk bestuursrecht / Ruimtelijke ordening
1.
Onze Minister kan, indien dat in het belang van een doelmatige handhaving geboden is, in overeenstemming met Onze betrokken Minister, aan het bestuurscollege een aanwijzing geven ter zake van de uitvoering van het bepaalde krachtens artikel 10.9.
2.
Bij het geven van een aanwijzing houdt Onze Minister rekening met het geldende milieubeleidsplan, bedoeld in artikel 1.4, en stelt hij een termijn binnen welke gevolg moet zijn gegeven aan de aanwijzing.
3.
Onze Minister pleegt over een voornemen tot het geven van een aanwijzing overleg met het betrokken bestuurscollege.
4.
Onze Minister doet van het besluit, houdende de aanwijzing, mededeling door overlegging van het besluit aan de Staten-Generaal en door plaatsing ervan in de Staatscourant.
5.
Het bestuurscollege doet schriftelijk mededeling aan Onze betrokken Minister van de wijze waarop hij gevolg heeft gegeven aan de aanwijzing.
6.
Indien het bestuurscollege geen gevolg geeft aan een aanwijzing, kan Onze Minister gevolg geven aan de aanwijzing voor rekening van het betrokken openbaar lichaam.