Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.6.7:Aant. 2.6.7 Kort uitstel van betaling komt neer op verlenging betalingstermijn met vier maanden
Mits de totale schuld niet de € 20.000 overschrijdt, komt de maatregel van het kort uitstel van betaling er feitelijk op neer dat de betalingstermijn van de aanslag wordt verlengd, aldus het kabinet. Bedacht moet echter worden dat wel invorderingsrente moet worden betaald over de uitstelperiode. Tijdens de parlementaire behandeling is ook nog gesproken over het opleggen van een verzuimboete, hetgeen vreemd voorkomt als uitstel van betaling wordt verleend. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling.
Parlementaire behandeling
“Door de vormgeving van de maatregel waarin voor maximaal vier maanden uitstel kan worden verkregen voor het gehele bedrag van de aanslag (mits de totale schuld niet de € 20.000 overschrijdt) wordt in deze gevallen feitelijk de betalingstermijn van de aanslag verlengd. Er zijn echter wel een paar minder aantrekkelijke gevolgen verbonden aan het gebruikmaken van de uitstelregeling. Er wordt namelijk invorderingsrente in rekening gebracht over de uitstelperiode. Bovendien wordt de ondernemer die zijn zakelijke belastingen niet op tijd op aangifte betaald, in beginsel wel geconfronteerd met een verzuimboete.”
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.6.7
Aant. 2.6.7 Kort uitstel van betaling komt neer op verlenging betalingstermijn met vier maanden
Actueel t/m 15-11-2024
15-11-2024, het commentaar is bijgewerkt t/m BNB 2024/123, VN 2024/50.46
01-01-2013 tot: -
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.6.7
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering (V)
beslag
Invorderingswet 1990 artikel 22bis
Beschouwing
Mits de totale schuld niet de € 20.000 overschrijdt, komt de maatregel van het kort uitstel van betaling er feitelijk op neer dat de betalingstermijn van de aanslag wordt verlengd, aldus het kabinet. Bedacht moet echter worden dat wel invorderingsrente moet worden betaald over de uitstelperiode. Tijdens de parlementaire behandeling is ook nog gesproken over het opleggen van een verzuimboete, hetgeen vreemd voorkomt als uitstel van betaling wordt verleend. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling.
“Door de vormgeving van de maatregel waarin voor maximaal vier maanden uitstel kan worden verkregen voor het gehele bedrag van de aanslag (mits de totale schuld niet de € 20.000 overschrijdt) wordt in deze gevallen feitelijk de betalingstermijn van de aanslag verlengd. Er zijn echter wel een paar minder aantrekkelijke gevolgen verbonden aan het gebruikmaken van de uitstelregeling. Er wordt namelijk invorderingsrente in rekening gebracht over de uitstelperiode. Bovendien wordt de ondernemer die zijn zakelijke belastingen niet op tijd op aangifte betaald, in beginsel wel geconfronteerd met een verzuimboete.”
MvA, Kamerstukken I 2012/13, 33 402, D, p. 25.