Tegen deze uitspraak kan degene aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, gedurende acht dagen na de dag van deze uitspraak, hoger beroep instellen. Het hoger beroep kan uitsluitend door een advocaat worden ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van deze zaak kennis moet nemen.
Rb. Rotterdam, 10-02-2017, nr. 426129 FT EA 13.1290
ECLI:NL:RBROT:2017:2612
- Instantie
Rechtbank Rotterdam
- Datum
10-02-2017
- Zaaknummer
426129 FT EA 13.1290
- Vakgebied(en)
Insolventierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBROT:2017:2612, Uitspraak, Rechtbank Rotterdam, 10‑02‑2017; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
- Wetingang
art. 349a Faillissementswet
Uitspraak 10‑02‑2017
Inhoudsindicatie
Achterstand boedelbijdrage. Verlenging termijn nadat schuldenaar voor ruim € 20.000,- “criminele” schuldeisers tijdens schuldsaneringsregeling heeft voldaan.
Partij(en)
Rechtbank Rotterdam
Team insolventie
Verlenging termijn schuldsaneringsregeling
insolventienummer: [nummer]
uitspraakdatum: 10 februari 2017
Bij vonnis van deze rechtbank van 6 februari 2014 is de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitgesproken ten aanzien van:
[naam] ,
[adres]
[woonplaats] ,
schuldenaar,
bewindvoerder: K. Vieira Pereira-Boer.
1. De procedure
De bewindvoerder heeft op 3 november 2016 schriftelijk verslag uitgebracht over de beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.
Op 12 december 2016 en 31 januari 2017 heeft de bewindvoerder de rechtbank bericht omtrent de laatste stand van zaken.
De beëindiging is behandeld ter terechtzitting van 3 februari 2017. Mevrouw F. Vrolijk namens de bewindvoerder en schuldenaar, in het bijzijn van zijn advocaat de heer mr. W.G.M. Janssen, zijn verschenen.
De uitspraak is bepaald op heden.
2. De standpunten
De bewindvoerder heeft in de laatste stand van zaken gemeld dat de boedelachterstand thans € 20.958,67 bedraagt. De bewindvoerder heeft tevens in haar laatste stand van zaken gemeld dat schuldenaar – gezien de hoge maandelijkse boedelbijdrage – deze achterstand in een verlenging zonder reguliere boedelbijdrage, geheel kan inlopen.
De waarnemend bewindvoerder heeft ter terechtzitting verklaard dat schuldenaar bij het huisbezoek heeft aangegeven dat er geen privé schulden waren die er kennelijk wel waren. Deze schulden zijn tijdens de schuldsaneringsregeling afgelost, waardoor schuldenaar een boedelachterstand heeft laten ontstaan. De waarnemend bewindvoerder heeft ter terechtzitting verklaard dat zij ziet dat schuldenaar zijn leven probeert te beteren en stemt in met een verlenging van de schuldsaneringsregeling om de totale boedelachterstand in te lopen.
Schuldenaar heeft ter terechtzitting erkend dat hij een boedelachterstand heeft laten ontstaan. Schuldenaar had privé schulden bij criminele contacten van de periode voorafgaand aan de schuldsaneringsregeling. Schuldenaar heeft van zijn inkomsten boven het vrij te laten bedrag deze privé schuldeisers betaald. Schuldenaar is van mening dat nu hij met deze inkomsten schuldeisers heeft voldaan geen volledige verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling rechtvaardigt.
De advocaat van schuldenaar heeft namens schuldenaar ter terechtzitting verzocht dat nu schuldenaar ruim € 20.000,- aan privé schuldeneisers heeft voldaan tijdens de schuldsaneringsregeling de schuldsaneringsregeling te verlengen met één jaar met een afdracht van € 1.000,- per maand, waardoor schuldenaar na één jaar € 12.000,- extra aan de boedel afdraagt.
3. De beoordeling
De rechtbank stelt vast dat schuldenaar niet alle verplichtingen van de schuldsaneringsregeling naar behoren is nagekomen. Schuldenaar heeft immers een aanzienlijke boedelachterstand laten ontstaan.
Gelet op het verhandelde ter zitting ziet de rechtbank echter aanleiding schuldenaar in de gelegenheid te stellen om deze tekortkoming te herstellen en in aanmerking te komen voor een schone lei aan het einde van de schuldsaneringsregeling.
De rechtbank zal de termijn van de schuldsaneringsregeling met twee jaar verlengen. De verlenging is bedoeld om schuldenaar in de gelegenheid te stellen de thans bestaande achterstand van € 20.958,67 volledig in te lopen. Wat er ook zij van de afbetaling van ’criminele’ schulden, het kan nooit zo zijn dat legale schulden c.q. schuldeisers de dupe worden van criminele zaken. Daarom moet de volledige achterstand worden ingelopen en wordt voorbijgegaan aan het voorstel van de advocaat van schuldenaar.
Tijdens de verlenging van de termijn van de schuldsaneringsregeling blijven voorts alle verplichtingen voortvloeiende uit de schuldsaneringsregeling onverkort op schuldenaar van toepassing, met uitzondering van de boedelafdracht. Schuldenaar dient uitsluitend het salaris van de bewindvoerder af te dragen aan de boedel zodat schuldenaar de gelegenheid heeft om de boedelachterstand in te lopen voor het einde van de schuldsaneringsregeling. Schuldenaar wordt er nadrukkelijk op gewezen dat verlening van de schone lei afhankelijk blijft van de stipte nakoming van de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen. Zodra de boedelachterstand volledig is voldaan kan een verzoek tot verkorting van de termijn van de schuldsaneringsregeling worden gedaan.
4. De beslissing
De rechtbank:
- wijzigt de termijn van de schuldsaneringsregeling, in die zin dat deze vijf jaar bedraagt en daarmee eindigt op 6 februari 2019.
Dit vonnis is gewezen door mr. V.M. de Winkel, rechter, en in aanwezigheid van J. Hillen-Huizer, griffier, in het openbaar uitgesproken op 3 februari 2017.1.
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 10‑02‑2017