Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 22 Toepassing van het prestatiekader
Geldend
Geldend vanaf 21-12-2013
- Bronpublicatie:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1303/2013)
- Inwerkingtreding
21-12-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2013, PbEU 2013, L 347 (uitgifte: 20-12-2013, regelingnummer: 1303/2013)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De prestatiereserve maakt tussen 5 en 7 % uit van de toewijzing aan elke prioriteit van een programma, met uitzondering van de prioriteiten die betrekking hebben op technische bijstand en specifieke programma's voor financiële instrumenten overeenkomstig artikel 39. Het totale bedrag van de prestatiereserve dat wordt toegewezen per ESI-Fonds en regiocategorie, is 6 %. De bedragen die overeenkomen met de prestatiereserve, worden vastgesteld in de programma's, met een opsplitsing per prioriteit en in voorkomend geval per ESI-fonds en per regiocategorie.
2.
Op grond van de evaluatie van de prestaties stelt de Commissie binnen twee maanden na de ontvangst van de respectieve jaarlijkse uitvoeringsverslagen in het jaar 2019 door middel van uitvoeringshandelingen een besluit vast om voor elk ESI-fonds en elke lidstaat te bepalen welke programma's en prioriteiten hun mijlpalen hebben bereikt, waarbij zij deze informatie verstrekt per ESI-fonds en per regiocategorie, als een prioriteit betrekking heeft op meer dan een ESI-fonds of regiocategorie.
3.
De prestatiereserve wordt alleen toegewezen aan programma's en prioriteiten die hun mijlpalen hebben bereikt. Als prioriteiten hun mijlpalen hebben bereikt, wordt het voor de prioriteit vastgestelde bedrag van de prestatiereserve beschouwd als zijnde definitief toegewezen op basis van het in lid 2 bedoelde Commissiebesluit.
4.
Als prioriteiten hun mijlpalen niet hebben bereikt, stellen de lidstaten voor dat het overeenkomstige bedrag van de prestatiereserve opnieuw wordt toegewezen aan de prioriteiten die worden genoemd in het in lid 2 bedoelde Commissiebesluit en doen zij voorstellen voor andere wijzigingen in het programma als gevolg van de nieuwe toewijzing van de prestatiereserve, uiterlijk drie maanden na de vaststelling van het in lid 2 bedoelde besluit.
De Commissie keurt de wijziging van de betrokken programma's overeenkomstig artikel 30, leden 3 en 4 goed. Wanneer een lidstaat nalaat informatie overeenkomstig artikel 50, leden 5 en 6, te verstrekken, wordt de prestatiereserve voor de betrokken programma's of prioriteiten niet toegewezen aan de betrokken programma's of prioriteiten.
5.
Het voorstel van de lidstaat om de prestatiereserve opnieuw toe te wijzen is consistent met de in deze verordening en de fondsspecifieke voorschriften vastgestelde vereisten inzake thematische concentratie en minimumtoewijzingen. Als afwijking hiervan kunnen de lidstaten, als een of meer prioriteiten die gekoppeld zijn aan vereisten inzake thematische concentratie en minimumtoewijzingen, hun mijlpalen niet hebben bereikt, voorstellen dat de reserve opnieuw wordt toegewezen, zonder dat bovengenoemde vereisten en minimumtoewijzingen in acht worden genomen.
6.
Wanneer een evaluatie van de prestaties van een prioriteit uitwijst dat er ernstig tekortgeschoten is bij het bereiken van de in het prestatiekader vastgestelde mijlpalen voor die prioriteit die alleen verband houden met de financiële indicatoren, outputindicatoren en de belangrijkste uitvoeringfasen die zijn vastgesteld in het prestatiekader, en dat die tekortkoming te wijten is aan duidelijk vastgestelde zwaktes in de uitvoering, waarvan de Commissie na nauw overleg met de betrokken lidstaat eerder melding heeft gemaakt overeenkomstig artikel 50, lid 8, en dat de lidstaat heeft verzuimd de nodige corrigerende maatregelen te nemen om de tekortkomingen weg te werken, kan de Commissie niet eerder dan vijf maanden na een dergelijke mededeling een tussentijdse betaling voor een prioriteit van een programma geheel of gedeeltelijk schorsen volgens de in de fondsspecifieke voorschriften vastgestelde procedure.
De Commissie heft de schorsing van de tussentijdse betalingen onverwijld op als de lidstaat de nodige corrigerende maatregelen heeft genomen. Indien de corrigerende maatregel betrekking heeft op de overschrijving van financiële toewijzingen naar andere programma's of prioriteiten die hun mijlpalen hebben bereikt, keurt de Commissie de noodzakelijke wijziging van de betrokken programma's goed door middel van een uitvoeringshandeling en in overeenstemming met artikel 30, lid 2. Bij wijze van afwijking van artikel 30, lid 2, beslist de Commissie in een dergelijk geval niet later dan twee maanden nadat de lidstaat het verzoek over de wijziging heeft ingediend.
7.
Wanneer de Commissie na bestudering van het eindverslag over de uitvoering van het programma vaststelt dat ernstig tekortgeschoten is bij het bereiken van de in het prestatiekader vastgestelde streefdoelen die uitsluitend betrekking hebben op financiële indicatoren, outputindicatoren en de belangrijkste uitvoeringsfasen, wegens duidelijk vastgestelde tekortkomingen in de uitvoering, waarvan de Commissie na nauw overleg met die betrokken lidstaat eerder melding heeft gemaakt overeenkomstig artikel 50, lid 8, en dat de lidstaat heeft verzuimd de nodige corrigerende maatregelen te nemen om deze tekortkomingen weg te werken, kan de Commissie, onverminderd artikel 85, financiële correcties voor de betrokken prioriteiten toepassen overeenkomstig de fondsspecifieke voorschriften.
Bij de toepassing van financiële correcties houdt de Commissie, met inachtneming van het evenredigheidsbeginsel, rekening met het opnemingsniveau en met externe factoren die tot de tekortkoming hebben bijgedragen.
Financiële correcties worden niet toegepast als de streefdoelen niet gehaald zijn als gevolg van sociaaleconomische of milieufactoren, ingrijpende veranderingen in de economische of milieuomstandigheden in de betrokken lidstaat, of gevallen van overmacht met ernstige gevolgen voor de uitvoering van de prioriteiten in kwestie.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 149 gedelegeerde handelingen vast te stellen om nadere bepalingen over de criteria voor het bepalen van de hoogte van de toe te passen financiële correctie vast te leggen.
De Commissie stelt uitvoeringshandelingen vast tot vaststelling van de gedetailleerde regelingen om te zorgen voor een consistente aanpak van de vaststelling van de mijlpalen en streefdoelen in het prestatiekader voor elke prioriteit en van de beoordeling van de vraag of de mijlpalen en streefdoelen zijn bereikt. Die uitvoeringshandelingen worden vastgesteld volgens de in artikel 150, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.