RvdW 2015/1007
Indien de rechter in de ontnemingsprocedure de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel mede ontleent aan een schriftelijk bescheid houdende een anonieme verklaring, dient hij overeenkomstig art. 360, eerste lid, Sv in zijn uitspraak ervan blijk te geven te hebben onderzocht of de anonieme verklaring betrouwbaar is, alsmede of aan de verdedigingsrechten van de betrokkene in voldoende mate is tegemoetgekomen (vgl. NJ 2012/412, noot Borgers).
HR 15-09-2015, ECLI:NL:HR:2015:2637
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
15 september 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
13/05034
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2637, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 15‑09‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:1471, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 09‑06‑2015
Essentie
Indien de rechter in de ontnemingsprocedure de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel mede ontleent aan een schriftelijk bescheid houdende een anonieme verklaring, dient hij overeenkomstig art. 360, eerste lid, Sv in zijn uitspraak ervan blijk te geven te hebben onderzocht of de anonieme verklaring betrouwbaar is, alsmede of aan de verdedigingsrechten van de betrokkene in voldoende mate is tegemoetgekomen (vgl. NJ 2012/412, noot Borgers).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 9 oktober 2013, nummer 20/001707-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.