Einde inhoudsopgave
RvdW 2020/1190
Bedreiging. Vermindering van de opgelegde gevangenisstraf wegens schending van de redelijke termijn in cassatie.
HR 03-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1725
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 november 2020
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, E.S.G.N.A.I. van de Griend, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
19/01187
- Conclusie
A-G mr. D.J.C. Aben
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1725, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑11‑2020
ECLI:NL:PHR:2020:807, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑09‑2020
Essentie
Bedreiging. Vermindering van de opgelegde gevangenisstraf wegens schending van de redelijke termijn in cassatie.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 19/01187
Datum 3 november 2020
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 27 februari 2019, nummer 23/000878-16, in de strafzaak
tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1992,
hierna: de verdachte.
Conclusie
Conclusie A-G mr. D.J.C. Aben:
1. Het gerechtshof Amsterdam heeft de verdachte bij arrest van 27 februari 2019 in de zaak met parketnummer 13-689179-13 wegens “openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.