Einde inhoudsopgave
Invoeringswet Waterwet
Artikel 2.16
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2009
- Bronpublicatie:
09-11-2009, Stb. 2009, 489 (uitgifte: 24-11-2009, kamerstukken: 31858)
- Inwerkingtreding
22-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-12-2009, Stb. 2009, 549 (uitgifte: 18-12-2009, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
1.
Artikel 5.4 van de Waterwet is niet van toepassing op de aanleg of wijziging van een waterstaatswerk waarvoor op het tijdstip van inwerkingtreding van dat artikel:
- a.
door de beheerder een beslissing is genomen als bedoeld in artikel 148 van de Waterschapswet die — voor zover vereist — is goedgekeurd door gedeputeerde staten, of
- b.
een koninklijk besluit als bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, van de Waterstaatswet 1900 is vastgesteld.
2.
Indien onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel 5.4 van de Waterwet
- a.
nog goedkeuring door gedeputeerde staten benodigd is voor een beslissing als bedoeld in artikel 148 van de Waterschapswet, dan wel
- b.
met betrekking tot een beoogd koninklijk besluit als bedoeld in artikel 12, eerste of tweede lid, van de Waterstaatswet 1900 een kennisgeving als bedoeld in het derde lid van dat artikel is gedaan,
blijft de Waterschapswet van toepassing op die goedkeuring, onderscheidenlijk de Waterstaatswet 1900 op verdere voorbereiding, vaststelling en mededeling van dat besluit.
3.
Het eerste lid, aanhef en onderdeel a of b, is van overeenkomstige toepassing op een overeenkomstig het tweede lid goedgekeurde beslissing onderscheidenlijk tot stand gebracht koninklijk besluit.