Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/1896 betreffende de Europese grens- en kustwacht en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 1052/2013 en Verordening (EU) 2016/1624
Artikel 86 Algemene regels inzake de verwerking van persoonsgegevens door het Agentschap
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2019
- Bronpublicatie:
13-11-2019, PbEU 2019, L 295 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: 2019/1896)
- Inwerkingtreding
04-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-11-2019, PbEU 2019, L 295 (uitgifte: 14-11-2019, regelingnummer: 2019/1896)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Grensbewaking
EU-recht / Instituties
Douane (V)
1.
Het Agentschap past bij de verwerking van persoonsgegevens Verordening (EU) 2018/1725 toe.
2.
De raad van bestuur stelt interne regels vast voor de toepassing van Verordening (EU) 2018/1725 door het Agentschap, waaronder regels betreffende de functionaris voor gegevensbescherming van het Agentschap.
Het Agentschap kan, in overeenstemming met artikel 25 van Verordening (EU) 2018/1725, interne regels vaststellen om de toepassing van de artikelen 14 tot en met 22, 35 en 36 van die verordening te beperken. Voor de uitvoering van zijn taken op het gebied van terugkeer mag het Agentschap in het bijzonder interne regels vaststellen om de toepassing van die bepalingen per geval te beperken zolang als de toepassing van die bepalingen de terugkeerprocedure in gevaar zou kunnen brengen. Dergelijke beperkingen eerbiedigen de geest van de grondrechten en de fundamentele vrijheden, zijn noodzakelijk voor en evenredig aan de nagestreefde doelstellingen en bevatten in voorkomend geval specifieke bepalingen als bedoeld in artikel 25, lid 2, van Verordening (EU) 2018/1725.
3.
Het Agentschap mag de persoonsgegevens als bedoeld in de artikelen 49, 88 en 89 overdragen aan een derde land of een internationale organisatie overeenkomstig hoofdstuk V van Verordening (EU) 2018/1725, voor zover die overdracht nodig is voor de uitvoering van de taken van het Agentschap. Het Agentschap zorgt ervoor dat persoonsgegevens die worden overgedragen aan een derde land of een internationale organisatie alleen worden verwerkt voor het doel waarvoor zij werden verstrekt. Het Agentschap geeft op het moment van overdracht van persoonsgegevens aan een derde land of een internationale organisatie aan of er algemene of specifieke toegangs- of gebruiksbeperkingen voor deze gegevens gelden, ook met betrekking tot het overdragen, wissen of vernietigen. Wanneer na de overdracht van persoonsgegevens duidelijk wordt dat dergelijke beperkingen nodig zijn, stelt het Agentschap het derde land of de internationale organisatie daar dienovereenkomstig van in kennis. Het Agentschap ziet erop toe dat het betrokken derde land of de betrokken internationale organisatie zich aan deze beperkingen houdt.
4.
Overdrachten van persoonsgegevens aan derde landen doen geen afbreuk aan de rechten van aanvragers, en van begunstigden, van internationale bescherming, met name wat betreft non-refoulement, en het verbod op het bekendmaken of verkrijgen van informatie als uiteengezet in artikel 30 van Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad (1).
5.
De lidstaten en het Agentschap zorgen er in voorkomend geval voor dat informatie die aan derde landen wordt overgedragen of bekendgemaakt op grond van deze verordening niet verder wordt doorgezonden aan andere derde landen of andere derden. In elke overeenkomst of regeling die wordt aangegaan met een derde land die voorziet in de uitwisseling van informatie, worden bepalingen daartoe opgenomen.
Voetnoten
Richtlijn 2013/32/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende gemeenschappelijke procedures voor de toekenning en intrekking van de internationale bescherming (PB L 180 van 29.6.2013, blz. 60).