Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Staat Qatar tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Artikel 23 Werkzaamheden buitengaats
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2009
- Bronpublicatie:
24-04-2008, Trb. 2008, 112 (uitgifte: 27-05-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
25-12-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-01-2010, Trb. 2010, 11 (uitgifte: 13-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
1.
De bepalingen van dit artikel vinden toepassing niettegenstaande enigerlei andere bepalingen van dit Verdrag. Dit artikel is echter niet van toepassing indien werkzaamheden buitengaats van een persoon voor die persoon een vaste inrichting vormen ingevolge de bepalingen van artikel 5 of een vast middelpunt ingevolge de bepalingen van artikel 14.
2.
In dit artikel betekent de uitdrukking ‘werkzaamheden buitengaats’ werkzaamheden die buitengaats worden verricht in verband met de exploratie, winning of exploitatie van de in een Verdragsluitende Staat gelegen zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen.
3.
Een onderneming van een Verdragsluitende Staat die in de andere Verdragsluitende Staat werkzaamheden buitengaats verricht, wordt, onder voorbehoud van het vierde lid van dit artikel, geacht ter zake van die werkzaamheden in de andere Staat een bedrijf uit te oefenen door middel van een aldaar gevestigde vaste inrichting, tenzij de desbetreffende werkzaamheden buitengaats in de andere Staat worden verricht gedurende een tijdvak dat of tijdvakken die in een tijdvak van twaalf maanden een totaal van minder dan 30 dagen beslaat of beslaan.
Voor de toepassing van dit lid:
- a.
indien een onderneming die in de andere Verdragsluitende Staat werkzaamheden buitengaats verricht en die is gelieerd aan een andere onderneming, welke andere onderneming als onderdeel van hetzelfde project dezelfde werkzaamheden buitengaats voortzet die worden of werden uitgevoerd door de eerstbedoelde onderneming, en de hiervoor bedoelde door beide ondernemingen verrichte werkzaamheden bij elkaar opgeteld een tijdvak van ten minste 30 dagen beslaan, wordt iedere onderneming geacht haar werkzaamheden te verrichten gedurende een tijdvak dat ten minste 30 dagen in een tijdvak van twaalf maanden beslaat;
- b.
wordt een onderneming geacht gelieerd te zijn aan een andere onderneming indien de ene onderneming onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van de andere onderneming bezit of indien een persoon onmiddellijk of middellijk ten minste een derde deel van het kapitaal van beide ondernemingen bezit.
4.
Voor de toepassing van het derde lid van dit artikel wordt de uitdrukking ‘werkzaamheden buitengaats’ evenwel niet geacht te omvatten:
- a.
een van de activiteiten of een combinatie daarvan als bedoeld in artikel 5, vierde lid;
- b.
sleep- of ankerwerkzaamheden door schepen die in de eerste plaats voor dat doel zijn ontworpen alsmede andere door zulke schepen verrichte activiteiten;
- c.
het vervoer van voorraden of personeel door schepen of luchtvaartuigen in internationaal verkeer.
5.
Een inwoner van een Verdragsluitende Staat die in het kader van een vrij beroep of andere werkzaamheden van zelfstandige aard in de andere Verdragsluitende Staat werkzaamheden buitengaats verricht, wordt geacht die werkzaamheden te verrichten vanuit een vast middelpunt in de andere Staat, indien de desbetreffende werkzaamheden buitengaats een aaneengesloten tijdvak van 30 dagen of meer beslaan.
6.
Niettegenstaande de tweede volzin van het eerste lid van dit artikel, mogen salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen verkregen door een inwoner van een Verdragsluitende Staat ter zake van een dienstbetrekking in verband met werkzaamheden buitengaats die worden verricht door middel van een vaste inrichting of een vast middelpunt in de andere Verdragsluitende Staat, voor zover de dienstbetrekking in die andere Staat buitengaats wordt uitgeoefend, in die andere Staat worden belast.
7.
Indien aan de hand van bewijsstukken wordt aangetoond dat in Qatar belasting is betaald over of door Qatar vrijstelling is verleend met betrekking tot de bestanddelen van het inkomen die ingevolge artikel 7 in verband met het derde lid van dit artikel, ingevolge artikel 14 in verband met het vijfde lid van dit artikel of ingevolge artikel 15 in verband met het derde of vijfde lid van dit artikel of ingevolge het zesde lid van dit artikel in Qatar mogen worden belast, verleent Nederland een vermindering van zijn belasting die wordt berekend overeenkomstig de regels die zijn neergelegd in artikel 24, tweede lid.