AB 2013/359
Criteria en grenzen zelf in de zaak voorzien; effectieve rechtsbescherming; tussenuitspraak; identiteitsfraude; onjuiste kentekenregistratie, artikel 8 EVRM; Romet-jurisprudentie EHRM; positieve verplichtingen.
ABRvS 20-03-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ4937, m.nt. T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 maart 2013
- Magistraten
Mrs. D.A.C. Slump, A.B.M. Hent, D.J.C. Van den Broek
- Zaaknummer
201112448/1/T1/A3.
- Noot
T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik
- LJN
BZ4937
- JCDI
JCDI:ADS660510:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
EU-recht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:BZ4937, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑03‑2013
- Wetingang
Art. 3:2, 4:5, 7:12, 8:72 lid 4 Awb; art. 49 lid 6 Wet RvS; art. 58 lid 1 WVW 1994; art. 37 lid 1, 40 leden 1 en 2Kentekenreglement; art. 47 Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie; art. 6, 8, 13 EVRM
Essentie
Criteria en grenzen zelf in de zaak voorzien; effectieve rechtsbescherming; tussenuitspraak; identiteitsfraude; onjuiste kentekenregistratie, artikel 8 EVRM; Romet-jurisprudentie EHRM; positieve verplichtingen.
Samenvatting
Ingeval een besluit wordt vernietigd, dient de rechtbank in het belang van een effectieve rechtsbescherming en uit een oogpunt van finale geschillenbeslechting onder meer te onderzoeken of er aanleiding is met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Awb zelf in de zaak te voorzien. Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (uitspraak van 26 maart 2008 in zaak nr. 200705490/1), is daarvoor niet vereist dat nog slechts één beslissing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.