RO 2018/4
Bestuurdersaansprakelijkheid. Kan een bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt worden gemaakt indien hij geen rekening heeft gehouden met de reële mogelijkheid dat op de dag dat hij het spoedverzoek tot faillissement van de vennootschap indient, het faillissement daadwerkelijk wordt uitgesproken en hij op die dag betalingen aan derden heeft verricht?
Hof 's-Hertogenbosch 26-09-2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:4138
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
26 september 2017
- Magistraten
Mrs. P.M. Arnoldus-Smit, D.A.E.M. Hulskes, H.R. Quint
- Zaaknummer
200.178.708_01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS927795:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2017:4138, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 26‑09‑2017
- Wetingang
Art. 6:162 BW; art. 23 Fw
Essentie
Bestuurdersaansprakelijkheid. Faillissement. Terugverwijzing na cassatie.
Kan een bestuurder een ernstig persoonlijk verwijt worden gemaakt indien hij geen rekening heeft gehouden met de reële mogelijkheid dat op de dag dat hij het spoedverzoek tot faillissement van de vennootschap indient, het faillissement daadwerkelijk wordt uitgesproken en hij op die dag betalingen aan derden heeft verricht?
Samenvatting
De bestuurder van een vennootschap vraagt in de ochtend van 28 maart 2008 het faillissement aan van de vennootschap. In de toelichting op het faillissementsverzoek geeft de advocaat van de bestuurder aan dat het verzoek met de hoogste spoed moet worden behandeld, omdat langer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.