V-N 2022/11.17
Uitsluitend eigen verklaringen vormen onvoldoende strafbewijs
HR 01-02-2022, ECLI:NL:HR:2022:86, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
1 februari 2022
- Magistraten
Van den Brink, Van Strien, Kooijmans
- Zaaknummer
20/02997
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS635826:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Fiscaal strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:86, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 01‑02‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:1116, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het bewijs dat X het ten laste gelegde feit heeft begaan ten onrechte uitsluitend is aangenomen op basis van zijn eigen verklaringen.
Samenvatting
X is registeraccountant en voor 55% aandeelhouder van A bv. Haar activiteiten bestaan uit de productie en verkoop van kunststof bouwmaterialen. X doet de administratie van deze, inmiddels ontbonden, bv en is door Hof Arnhem-Leeuwarden wegens het feitelijke leidinggeven aan fiscale misdrijven alsmede valsheid in geschrifte veroordeeld tot negen maanden gevangenisstraf.
De Hoge Raad oordeelt dat het bewijs dat X het ten laste gelegde feit heeft begaan, ten onrechte ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.