Wet nopens de beëdiging en legitimatie van opsporingsambtenaren BES
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2013
- Bronpublicatie:
19-06-2013, Stb. 2013, 225 (uitgifte: 25-06-2013, kamerstukken: 33012)
- Inwerkingtreding
01-07-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-06-2013, Stb. 2013, 257 (uitgifte: 28-06-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
1.
Aan de ambtenaren of personen, belast met de opsporing der strafbare feiten, verstrekt Onze Minister van Justitie een legitimatiebewijs.
2.
De vorm en de inrichting van het legitimatiebewijs worden bij ministeriële regeling vastgesteld.
3.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie stelt bij ministeriële regeling bepalingen vast betreffende de wijze van afgifte en administratie der legitimatiebewijzen.
4.
De in het eerste lid van dit artikel bedoelde ambtenaren en personen zijn verplicht hun legitimatiebewijs bij de uitoefening van hun opsporingstaak desgevraagd duidelijk zichtbaar te tonen.