NJB 2022/752:Staatsnoodrecht. Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag. Ter bestrijding van het Covid-19-virus is met ingang van 23 januari 2021 een landelijke avondklok ingevoerd. In dit kort geding heeft Viruswaarheid buitenwerkingstelling van de avondklok gevorderd. De voorzieningenrechter heeft de vordering toegewezen. Het hof heeft de vordering alsnog afgewezen. Hoge Raad: Het hof is niet uitgegaan van een onjuiste rechtsopvatting. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt niet dat een toestand waarin de fysieke veiligheid van de bevolking wordt bedreigd door een zich verspreidend virus, geen buitengewone omstandigheid als bedoeld in de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag kan zijn, of dat maatregelen om die toestand tegen te gaan niet kunnen worden aangemerkt als maatregelen met het oog op de handhaving van de openbare orde en veiligheid als bedoeld in die wet. Het standpunt dat de regering een ‘spoedwet’ aan het parlement had moeten voorleggen en niet kon overgaan tot het in werking stellen van de desbetreffende bepalingen uit de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag, kan niet als juist worden aanvaard.