Einde inhoudsopgave
Regeling Participatiewet, IOAW en IOAZ
Artikel 15 Procedurele bepalingen verzoek vangnetuitkering
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
05-12-2018, Stcrt. 2018, 69997 (uitgifte: 13-12-2018, regelingnummer: 2018-0000144973)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-12-2018, Stcrt. 2018, 69997 (uitgifte: 13-12-2018, regelingnummer: 2018-0000144973)
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen (V)
1.
Een verzoek tot een vangnetuitkering wordt door de toetsingscommissie ontvangen in de periode van 1 januari tot en met 15 augustus van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarop het verzoek betrekking heeft.
2.
Een verzoek dat door de toetsingscommissie wordt ontvangen voor of na afloop van de periode, genoemd in het eerste lid, wordt niet in behandeling genomen.
3.
De toetsingscommissie adviseert de minister uiterlijk op 31 oktober van het kalenderjaar, bedoeld in het eerste lid, over de te nemen beslissing.
4.
De toetsingscommissie kan de minister voor 15 oktober verzoeken om een aantal adviezen later dan 31 oktober vast te stellen.
5.
Indien de minister aan een verzoek als bedoeld in het vierde lid voldoet, bepaalt hij daarbij het aantal adviezen dat later kan worden vastgesteld en de datum waarop deze adviezen uiterlijk door de minister worden ontvangen.
6.
Het college verstrekt bij een verzoek als bedoeld in het eerste lid aan de minister informatie over genomen maatregelen om te komen tot een reductie dan wel tot een verdere reductie van het verschil tussen de in aanmerking komende netto lasten over het uitkeringsjaar en de verstrekte uitkering, bedoeld in artikel 10, derde lid, van het Besluit Participatiewet.