NJB 2014/1861:Bestanddeel ‘werkzaam in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening’ art. 180 Sr: bij de beoordeling of zich omstandigheden voordoen die tot het oordeel leiden dat de uitoefening van de bediening niet rechtmatig is, kan de strafrechter de noodzaak en proportionaliteit van het desbetreffende overheidsoptreden betrekken. In casu niet onbegrijpelijk oordeel dat de verbalisant de beslissing om de verdachte ten behoeve van het vervoer te boeien in de gegeven omstandigheden in redelijkheid heeft kunnen nemen. De enkele omstandigheid dat de Nationale ombudsman in een volgens de verdediging ‘vergelijkbare zaak’ tot de conclusie is gekomen dat in die bewuste zaak het aanleggen van de handboeien niet behoorlijk was, maakt dit niet anders