Partijen en gegevens

Bekrachtiging door Algerije onder bevestiging van het bij de ondertekening gemaakte voorbehoud ten aanzien van artikel 28, eerste lid, van het Verdrag: Non liée par l'article 28 § 1).

Bekrachtiging door Bulgarije onder bevestiging van het bij de ondertekening gemaakte voorbehoud en afgelegde verklaring:

Deze verklaring luidt als volgt:

.

De Regering van Bulgarije heeft op 03-05-1994 medegedeeld de bij de bekrachtiging afgelegde verklaring als bedoeld in artikel 28, tweede lid, in te trekken.

Bij de ondertekening door Indonesië is de volgende verklaring afgelegd:

Bekrachtiging door Polen onder het voorbehoud voorzien in artikel 28, lid 2, van het Verdrag en onder de volgende verklaring:

.

De Regering van Polen heeft op 21-06-1994 medegedeeld de bij de bekrachtiging afgelegde verklaring als bedoeld in artikel 28, tweede lid, in te trekken.

Bekrachtiging door de Sowjet-Unie onder bevestiging van het voorbehoud gemaakt bij de ondertekening:

(vertaling)

Bekrachtiging door Roemenië onder het voorbehoud voorzien in artikel 28, lid 2, en onder de volgende verklaring:

.

Bekrachtiging door Zweden onder de verklaring dat de bekrachtiging niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

De Regering van Zweden heeft op 07-07-1970 verklaard, dat zij haar bekrachtiging uitbreidt tot de artikelen 1 t/m 12 van het Verdrag. Voorts deelde de Regering van Zweden mede, dat ‘A l'égard de tout pays de l'Union qui n'est pas partie à l'Acte de Stockholm la Suède appliquera les dispositions de l'Acte le plus récent de la Convention de Paris auquel il est partie.’.

Bekrachtiging door Hongarije onder het voorbehoud voorzien in artikel 28, tweede lid, en onder de volgende verklaring:

.

Bij de ondertekening door de Sowjet-Unie werd nog de volgende verklaring afgelegd:

.

Bekrachtiging door Finland onder de verklaring dat de bekrachtiging niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Finland had reeds een akte van bekrachtiging betreffende de artikelen 13 tot en met 30 van het Verdrag nedergelegd op 08-06-1970 (iwtr. 15-09-1970). De akte van bekrachtiging van 17-07-1975 betreft de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag (iwtr. 21-10-1975).

De DDR werd in 1970 door het Koninkrijk der Nederlanden nog niet erkend. De erkenning van de DDR door het Koninkrijk der Nederlanden heeft in 1973 plaatsgevonden.

Toetreding door Canada onder de verklaring dat de toetreding niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag. Canada had reeds een akte van toetreding betreffende de artikelen 13 tot en met 30 van het Verdrag nedergelegd op 26-03-1970 (iwtr. 07-07-1970).

De akte van toetreding van 23-02-1996 betreft de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag (iwtr. 26-05-1996).

Toetreding door Tsjechoslowakije onder de volgende verklaring:

.

Op 11 juni heeft de Regering van de Tsjechische en Slowaakse Federale Republiek de verklaring met betrekking tot artikel 28, tweede lid, afgelegd bij de toetreding op 22-09-1970, ingetrokken.

Bekrachtiging door de Verenigde Staten van Amerika onder de verklaring dat de bekrachtiging niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag. De Verenigde Staten van Amerika hadden reeds een akte van bekrachtiging betreffende de artikelen 13 tot en met 30 van het Verdrag nedergelegd op 25-05-1970.

De bekrachtiging van 22-05-1973 betreft de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag (iwtr. 25-08-1973).

Bekrachtiging door de Verenigde Staten van Amerika onder de volgende verklaring:

.

Toetreding door Australië onder de verklaring dat de toetreding niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag. Australië had reeds een akte van toetreding betreffende de artikelen 13 tot en met 30 van het Verdrag nedergelegd op 10-05-1972 (iwtr. 25-08-1972).

De toetreding op 26-06-1975 betreft de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag (iwtr. 27-09-1975).

Toepasselijkverklaring door Denemarken voor de Faröer Eilanden op 06-05-1971 (iwtr. 06-08-1971).

Bekrachtiging door Zuid-Afrika onder een voorbehoud ten aanzien van artikel 28, eerste lid, van het Verdrag.

Bekrachtiging door Cuba onder de volgende verklaring:

(Vertaling).

Bekrachtiging door Cuba onder het volgende voorbehoud:

(Vertaling).

Bekrachtiging door Algerije onder een verklaring, waarin wordt gevraagd nota te nemen van ‘la réserve formulée par le Gouvernement relativement à la clause dite coloniale.’.

Bekrachtiging door Japan onder de verklaring dat de bekrachtiging niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Op 20-06-1975 heeft Japan verklaard, dat het zijn bekrachtiging vanaf 01-10-1975 uitbreidt tot de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Toepasselijkverklaring door Frankrijk voor Frans Guyana, Frans-Polynesië, Franse Zuidelijke en Zuid-poolgebieden, Guadeloupe, Martinique, Nieuw Caledonië, Réunion, Sint Pierre en Miquelon en Wallis en Futuna (iwtr. 07-07-1884).

Bekrachtiging door Tunesië onder het volgende voorbehoud inzake artikel 28, eerste lid, van het Verdrag:

.

Bekrachtiging door Indonesië onder de verklaring dat de bekrachtiging niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Bekrachtiging door Indonesië met betrekking tot de artikelen 1 tot en met 12 op 05-06-1997. Inwerkingtreding van de artikelen 1 tot en met 12 voor Indonesië op 05-09-1997.

Toetreding onder een voorbehoud ten aanzien van artikel 28, eerste lid, van het Verdrag.

Toetreding onder de verklaring dat de toetreding niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Toetreding door Libië onder de volgende verklaring:

(Vertaling).

Toepasselijkverklaring door het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland voor Hong Kong op 09-08-1977 (iwtr. 16-11-1977), voor het eiland Man op 27-07-1983 (iwtr. 29-10-1983), voor Guernsey en Jersey vanaf 13-11-2020 en voor Gibraltar vanaf 01-01-2021.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Suriname op 16-11-1975 (iwtr. 25-11-1975).

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft bij nota van 23-12-1985 medegedeeld, dat het Verdrag dat eerder van toepassing was op de Nederlandse Antillen, vanaf 01-01-1986 van toepassing is op de Nederlandse Antillen en op Aruba.

De Democratische Volksrepubliek Korea wordt door het Koninkrijk der Nederlanden niet erkend. Sinds de toetreding tot de Verenigde Naties op 17-09-1991 wordt de Democratische Volksrepubliek Korea door het Koninkrijk der Nederlanden wel erkend.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Tadzjikistan op 14-02-1994.

Toepasselijkverklaring door Nieuw-Zeeland voor de Cook Eilanden, Niue en Tokelau (iwtr. 29-07-1884) onder de verklaring dat de uitbreiding niet van toepassing is op de artikelen 1 t/m 12 van het Verdrag.

Nieuw-Zeeland heeft op 14-03-1984 de volgende verklaring afgelegd:

Nieuw-Zeeland heeft op 17-12-2018 de volgende verklaring afgelegd:

Verklaring van voortgezette gebondenheid door Turkmenistan op 01-03-1995.

Bekrachtiging door IJsland onder de verklaring dat de bekrachtiging niet van toepassing is op de artikelen 1 t/m 12 van het Verdrag.

De Regering van IJsland heeft op 23-12-1994 verklaard IJslands bekrachtiging uit te breiden tot de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Toetreding onder het voorbehoud zich niet gebonden te achten aan artikel 28, eerste lid, van het Verdrag.

Toetreding door de Mongoolse Volksrepubliek onder de volgende verklaring:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Tsjechië met ingang van 01-01-1993.

Soevereiniteit over Hong Kong en toepasselijkverklaring op Hong Kong SAR door China, vanaf 01-07-1997, onder het indertijd door China gemaakte voorbehoud met betrekking tot artikel 28, eerste lid.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Armenië op 17-05-1994.

De Russische Federatie heeft op 06-01-1992 het volgende medegedeeld:

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Suriname op 16-11-1975 (iwtr. 25-11-1975).

Bekrachtiging door Indonesië onder het volgende voorbehoud:

.

De volgende Staten hebben een kennisgeving als bedoeld in artikel 30, lid 2, van het Verdrag bij de Directeur van het Internationaal Bureau voor de bescherming van de industriële eigendom nedergelegd: Cuba op 15-01-1968, Luxemburg op 20-03-1970, Italië op 29-04-1970, België en Frankrijk op 20-05-1970, Noorwegen op 22-07-1970, Brazilië op 03-08-1970, Tsjechoslowakije op 04-08-1970, Spanje op 17-08-1970, Boven-Volta op 18-08-1970, Ivoorkust op 21-08-1970, Portugal op 25-08-1970, het Koninkrijk der Nederlanden op 11-09-1970, Marokko op 14-09-1970, Polen op 15-09-1970, de Staat Vaticaanstad op 16-09-1970, Japan, Turkije en Zuid-Afrika op 17-09-1970, Tunesië op 18-09-1970, Griekenland en Malta op 21-09-1970, Kameroen op 22-09-1970, Gabon en Niger op 24-09-1970, Dahomey op 25-09-1970, Argentinië op 07-10-1970, Australië op 21-09-1971, Mexico op 13-06-1972, Togo op 05-12-1972, Monaco op 14-12-1972, Kongo (Brazzaville) op 23-01-1973, Mauritanië op 26-10-1973 en Uruguay op 19-11-1973.

De depositaris meldde op 20-12-1990 het volgende:

Op 03-10-1990 heeft de Duitse Democratische Republiek opgehouden Verdragsluitende Partij bij het onderhavige Verdrag te zijn door de toetreding van deze Staat tot de Bondsrepubliek Duitsland.

Toetreding door Turkije onder de verklaring dat de toetreding niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag.

Turkije heeft op 28-10-1994 verklaard zijn toetreding uit te breiden tot de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag (iwtr. 01-02-1995).

Toetreding door Brazilië onder de verklaring dat de toetreding niet van toepassing is op de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag. Brazilië had reeds een akte van toetreding betreffende de artikelen 13 tot en met 30 van het Verdrag nedergelegd op 20-12-1974.

De akte van toetreding van 21-08-1992 betreft de artikelen 1 tot en met 12 van het Verdrag (iwtr. 24-11-1992).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slovenië op 12-06-1992.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kroatië op 28-07-1992.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Oekraïne op 21-09-1992.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Slowakije met ingang van 01-01-1993.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Slowakije en van Tsjechië met ingang van 01-01-1993.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kazachstan op 16-02-1993.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Wit-Rusland op 14-04-1993.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Bosnië-Herzegowina op 02-06-1993.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Moldavië op 03-06-1993.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van De Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 23-07-1993.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Slovenië op 12-06-1992, van Kroatië op 28-07-1992, van Bosnië-Herzegowina op 02-06-1993, van de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië op 23-07-1993 en van de Federale Republiek Joegoslavië op 14-06-2001.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Oezbekistan op 18-08-1993.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Georgië op 18-01-1994.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Kirgizië op 14-02-1994.

Verklaringen van voortgezette gebondenheid van Oekraïne op 21-09-1992, van Kazachstan op 16-02-1993, van Wit-Rusland op 14-04-1993, van Moldavië op 03-06-1993, van Oezbekistan op 18-08-1993, van Georgië op 18-01-1994, van Kirgizië en van Tadzjikistan op 14-02-1994, van Armenië op 17-05-1994 en van Turkmenistan op 01-03-1995.

Toetreding door Guatemala onder een voorbehoud m.b.t. artikel 28, eerste alinea.

Toetreding door Laos onder de verklaring zich niet gebonden te achten door artikel 28, eerste lid.

Bekrachtiging door Iran onder de verklaring zich niet gebonden te achten door artikel 28, eerste lid.

Toetreding door Ecuador onder de verklaring zich niet gebonden te achten door artikel 28, eerste lid.

Toetreding door Oman onder de verklaring zich niet gebonden te achten aan artikel 28, eerste lid.

Toepasselijkverklaring door Portugal voor Macau op 12-05-1999 (iwtr. 12-08-1999).

Toepasselijkverklaring door China voor Macau SAR (iwtr. 20-12-1999).

Verklaring van voortgezette gebondenheid van de Federale Republiek Joegoslavië op 14-06-2001.

Met betrekking tot deze partij is de volgende mededeling gedaan:

[formulering door de depositaris].

Toetreding door Jemen onder de volgende verklaring:

.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 04-12-2006.

Verklaring van voortgezette gebondenheid van Montenegro op 04-12-2006.

Toetreding door Thailand onder de volgende verklaring:

Toetreding door Fiji onder de volgende verklaring: