RF 2021/13
Dient de voormalig voorzitter van de raad van bestuur van ING te worden vervolgd voor het feitelijk leidinggeven aan de strafbare tekortkomingen in het compliance beleid van ING?
Hof Den Haag 09-12-2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:2347
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
9 december 2020
- Magistraten
Mrs. T.E. van der Spoel, T.P.L. Bot, A.N. Labohm
- Zaaknummer
K18/220377
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS256018:1
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Bijzonder strafrecht / Economisch strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHDHA:2020:2347, Uitspraak, Hof Den Haag, 09‑12‑2020
- Wetingang
Essentie
Beklag over niet-vervolgen. Feitelijk leidinggeven.
Is de strafrechtelijke vervolging van de voormalige CEO van ING Bank als feitelijk leidinggevende aan de strafbare tekortkomingen in het compliance beleid van ING haalbaar? En zo ja; is de vervolging opportuun?
Samenvatting
In 2018 zijn het OM en ING de transactieovereenkomst “Houston” overeengekomen, waarmee strafvervolging ter zake van overtreding van de Wwft en schuldwitwassen werd voorkomen. ING heeft in dit kader € 775 mln. betaald, waarvan € 100 mln. bestond uit ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel (de rest is een boete). Het OM was daarbij van oordeel dat er onvoldoende ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.