RvdW 2023/518:Beklag, beslag ex art. 94 Sv op geldbedrag (€ 2.570) in vaas in woonkamer onder broer van klager t.z.v. verdenking van handel in cocaïne en heroïne, waarna broer is veroordeeld. 1. Had Rb ex art. 552a lid 5 (tweede volzin) Sv moeder van klager als belanghebbende in kennis moeten stellen van behandeling van klaagschrift in raadkamer? 2. Kon Rb oordelen dat klager t.a.v. geldbedrag niet redelijkerwijs als rechthebbende kan worden beschouwd? HR: art. 81 lid 1 RO. CAG gaat in op ontvankelijkheid cassatieberoep (beslag is niet beëindigd ex art. 134 lid 2 sub b Sv).