Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 1303/2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij
Artikel 98 Gezamenlijke steun uit de Fondsen uit hoofde van de doelstelling ‘investeren in groei en werkgelegenheid’
Geldend
Geldend vanaf 26-10-2022
- Bronpublicatie:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Inwerkingtreding
26-10-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-10-2022, PbEU 2022, L 275 (uitgifte: 25-10-2022, regelingnummer: 2022/2039)
- Vakgebied(en)
Overheidsfinanciën / EU-financiën
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Fondsen kunnen gezamenlijk steun aan operationele programma's voor de doelstelling ‘investeren in groei en werkgelegenheid’ verlenen.
2.
Het EFRO en het ESF kunnen op complementaire wijze en met inachtneming van een maximum van 10 % voor de financiering van de Unie voor elke prioriteitsas van een operationeel programma, financiering verlenen voor een deel van een concrete actie waarvan de kosten volgens de desbetreffende regels in aanmerking komen voor steun uit het ander Fonds, op voorwaarde dat deze kosten noodzakelijk zijn om de concrete actie naar behoren uit te voeren en rechtstreeks in verband staan met die actie.
3.
De leden 1 en 2 zijn niet van toepassing op programma's in het kader van de doelstelling ‘Europese territoriale samenwerking’.
4.
Concrete acties om de migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken, kunnen door het EFRO of het ESF worden gefinancierd op basis van de op het andere fonds toepasselijke regels.
Bovendien kunnen dergelijke concrete acties ook door het Cohesiefonds worden gefinancierd op basis van de regels die van toepassing zijn op het EFRO of het ESF.
Wanneer voor een specifieke prioritaire as van de in de eerste of tweede alinea vermelde mogelijkheid wordt gebruikgemaakt, wordt ten minste 30 % van de financiële toewijzing voor die prioritaire as toegewezen aan concrete acties met begunstigden die lokale overheden of in plaatselijke gemeenschappen actieve maatschappelijke organisaties, of beide, zijn. De lidstaten brengen verslag uit over de naleving van die voorwaarde in het krachtens artikel 50, lid 1, en artikel 111 vereiste eindverslag over de uitvoering. Wanneer niet aan die voorwaarde is voldaan, wordt de vergoeding door de Commissie in het kader van de betrokken prioritaire as evenredig verlaagd om ervoor te zorgen dat die voorwaarde in acht wordt genomen bij de berekening van het aan het programma te betalen eindsaldo.
Wanneer gegevens over deelnemers moeten worden gerapporteerd voor concrete acties in het kader van de in de derde alinea bedoelde prioritaire as, worden die gegevens op gefundeerde ramingen gebaseerd en tot het totale aantal ondersteunde personen en het aantal kinderen jonger dan 18 jaar beperkt. Dezelfde rapportagevereisten gelden ook voor andere door het ESF ondersteunde prioritaire assen die alleen concrete acties ondersteunen om migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken.
In dergelijke gevallen worden die concrete acties geprogrammeerd in het kader van een specifieke prioritaire as van dat andere fonds die bijdraagt tot de overeenkomstige investeringsprioriteiten ervan.
Wanneer gegevens over deelnemers moeten worden gerapporteerd voor concrete acties in het kader van de in de derde alinea bedoelde prioritaire as, worden die gegevens op gefundeerde ramingen gebaseerd en tot het totale aantal ondersteunde personen en het aantal kinderen jonger dan 18 jaar beperkt. Dezelfde rapportagevereisten gelden ook voor andere door het ESF ondersteunde prioritaire assen die alleen concrete acties ondersteunen om migratieproblemen als gevolg van de militaire agressie van de Russische Federatie aan te pakken.
Dit lid is niet van toepassing op programma’s in het kader van de doelstelling Europese territoriale samenwerking.