HR, 16-10-2018, nr. 17/01132 P
ECLI:NL:HR:2018:1937
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
16-10-2018
- Zaaknummer
17/01132 P
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Bijzonder strafrecht (V)
Materieel strafrecht (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:HR:2018:1937, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑10‑2018; (Artikel 81 RO-zaken, Cassatie)
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2018:1160
ECLI:NL:PHR:2018:1160, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑06‑2018
Arrest Hoge Raad: ECLI:NL:HR:2018:1937
- Vindplaatsen
Uitspraak 16‑10‑2018
Inhoudsindicatie
Profijtontneming, w.v.v. uit hennepteelt. Aanhoudingsverzoek m.b.t. betwisting periode waarin betrokkene feit in hoofdzaak heeft gepleegd. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 17/01131.
Partij(en)
16 oktober 2018
Strafkamer
nr. S 17/01132 P
NA/DAZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Den Haag van 13 februari 2017, nummer 22/003516-16, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1968.
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft T.S.S. Overes, advocaat te Almere, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal D.J.C. Aben heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J. de Hullu als voorzitter, en de raadsheren A.J.A. van Dorst en M.J. Borgers, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 oktober 2018.
Conclusie 19‑06‑2018
Inhoudsindicatie
Profijtontneming, w.v.v. uit hennepteelt. Aanhoudingsverzoek m.b.t. betwisting periode waarin betrokkene feit in hoofdzaak heeft gepleegd. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met 17/01131.
Nr. 17/01132 P Zitting: 19 juni 2018 | Mr. D.J.C. Aben Conclusie inzake: [betrokkene] |
1. Het gerechtshof Den Haag heeft bij uitspraak van 21 februari 2017 bevestigd het vonnis van de rechtbank waarbij het door de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel is vastgesteld op € 25.263,22 en aan de betrokkene ter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van dat bedrag.
2. Er bestaat samenhang met de zaak 17/01131. In die zaak zal ik vandaag ook concluderen.
3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de betrokkene en mr. T.S.S. Overes, advocaat te Leiden, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
4. Het middel is gelijkluidend aan het tweede middel in de hoofdzaak waarin ik vandaag ook concludeer. Het ziet op het verzoek om aanhouding van de zaken teneinde de verdachte/betrokkene in de gelegenheid te stellen zijn aanwezigheid in Polen voor een groot gedeelte van de tenlastegelegde periode met stukken te onderbouwen. In zowel de hoofd- als de ontnemingszaak heeft het hof dit verzoek afgewezen.
5. Dit aanhoudingsverzoek houdt verband met het betwisten van de periode waarin de verdachte/betrokkene het feit in de hoofdzaak zou hebben gepleegd en hoort daarom ook (alleen) thuis in de hoofdzaak. Overigens verwijs is naar mijn opmerkingen omtrent het tweede middel in de hoofdzaak.
6. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81, eerste lid, RO ontleende motivering.
7. Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
8. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
AG