Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier bevinden (dossiernr. (2014 116552, bestaande uit een tactisch dossier en een forensisch dossier), volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.Voor zover het gaat om geschriften als bedoeld in artikel 344 eerste lid aanhef en onder 5° van het Wetboek van Strafvordering, worden deze alleen gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.
Rb. Midden-Nederland, 23-07-2015, nr. 16/705519/14 (P)
ECLI:NL:RBMNE:2015:5506, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
23-07-2015
- Zaaknummer
16/705519/14 (P)
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMNE:2015:5506, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 23‑07‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig)
Hoger beroep: ECLI:NL:GHARL:2017:822, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 23‑07‑2015
Inhoudsindicatie
De rechtbank Midden-Nederland veroordeelt een 23-jarige man uit Amsterdam tot 13 jaar cel en een 24-jarige man uit Amsterdam tot 11 jaar cel. De twee verdachten waren betrokken bij een gewelddadig woningoverval en schietpartij op 12 mei 2014 in Utrecht. Woningoverval Bij de woningoverval vielen vier gemaskerde mannen de woning binnen en hielden de familie -vader, moeder, vier kinderen en oma- onder dreiging van vuurwapens in bedwang. De vader en moeder werden bovendien mishandeld. Vuurgevecht Na de overval vond buiten een vuurgevecht met de politie plaats. Bij de schotenwisseling werd door de overvallers met een machinegeweer en een Kalasjnikov gericht op agenten geschoten. De rechtbank oordeelt dat hier sprake is van een poging tot gekwalificeerde doodslag. Welke overvallers precies hebben geschoten kan niet vastgesteld worden. Toch houdt de rechtbank beide verdachten wel als medeplegers verantwoordelijk voor het schieten. Uitgaansgeweld De 23-jarige verdachte wordt daarnaast ook veroordeeld voor een poging tot toebrengen van zwaar lichamelijk letsel op 19 april 2014 bij een café in Amsterdam. Traumatische ervaring De verdachten zijn zeer berekenend te werk gegaan en hebben het gebruik van geweld niet geschuwd. De overval moet een bijzonder traumatische ervaring voor de familie zijn geweest. Ook voor de betrokken politieagenten, buurtbewoners en andere direct betrokkenen moeten de overval en de schietpartij diepe indruk hebben gemaakt. Daarbij komt dat de rechtbank de mate waarin de overval was georganiseerd als strafverzwarend beschouwt. Strafmaat De rechtbank veroordeelt de 24-jarige verdachte tot een gevangenisstraf van elf jaar. Deze verdachte is niet eerder veroordeeld voor soortgelijke feiten. In zijn nadeel weegt de rechtbank mee dat de verdachte op geen enkele wijze verantwoording heeft willen afleggen. De rechtbank vindt het bijzonder zorgelijk dat de 23-jarige verdachte, ondanks eerdere zware straffen en behandeling, toch weloverwogen heeft besloten om deel te nemen aan de overval. Omdat hij zich bovendien schuldig heeft gemaakt aan uitgaansgeweld, veroordeelt de rechtbank hem tot een gevangenisstraf van 13 jaar.
Partij(en)
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Afdeling Strafrecht
Zittingslocatie Utrecht
Parketnummer: 16/705519/14 (P)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 23 juli 2015
in de strafzaak tegen
[verdachte]
geboren op [1991] te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] , aan de [adres] .
1. Het onderzoek ter terechtzitting
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 21 april 2015 en 9 juli 2015. De verdachte is in persoon verschenen en heeft zich ter terechtzitting laten bijstaan door
mr. W.J. Morra, advocaat te Duivendrecht.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van wat verdachte en de raadsman naar voren hebben gebracht.
De behandeling van de zaak van verdachte heeft gelijktijdig maar niet gevoegd plaatsgevonden met de zaak van medeverdachte [medeverdachte] (parketnummers 16/701315-14 en 16/661945-14).
2. Tenlastelegging
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
1. op 12 mei 2014 te Utrecht met anderen een gewapende overval heeft gepleegd op een woning waarbij de bewoners met wapens zijn bedreigd, fysiek zijn mishandeld en waarbij diverse goederen zijn weggenomen;
2. op 12 mei 2014 te Utrecht met anderen een gewapende overval heeft gepleegd op een woning waarbij de bewoners met wapens zijn bedreigd, fysiek zijn mishandeld en waarbij één van de bewoners tot afgifte van een ketting is gedwongen;
3. op 12 mei 2014 te Utrecht samen met anderen heeft gepoogd twee verbalisanten van het leven te beroven door met vuurwapens in de richting van de verbalisanten te schieten, welke poging werd voorafgegaan door een gewapende overval;
4. op 12 mei 2014 te Utrecht een aantal personen van hun vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden.
3. Voorvragen
De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.
4. Waardering van het bewijs
4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan en baseert zich daarbij op de inhoud van de zich in het dossier bevindende bewijsmiddelen.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat het ten laste gelegde niet bewezen kan worden, zodat verdachte moet worden vrijgesproken.
De raadsman heeft daartoe in het bijzonder aangevoerd dat er onvoldoende bewijsmiddelen aanwezig zijn om verdachte als medepleger van de overval aan te merken. Ten eerste kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat de gebruiker op 12 mei 2014 van het telefoonnummer [telefoonnummer] een medepleger van de overval is. Ten tweede kan niet wettig en overtuigend worden bewezen dat verdachte de gebruiker was van het nummer [telefoonnummer] .
Ten aanzien van de ‘herkenning’ van verdachte en/of zijn broer door getuige [getuige 1] brengt de raadsman in dat deze absoluut en relatief niets zegt, en dat bij gebrek aan duidelijkheid en betrouwbaarheid dit proces-verbaal uitgesloten moet worden van bewijs.
Tot slot betoogt de raadsman dat, nu verdachte in raadkamer in vrijheid is gesteld bij gebrek aan ernstige bezwaren, niet gezegd kan worden dat de omstandigheden gepresenteerd in het dossier schreeuwen om een verklaring.
Subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van feit 3 het volgende aangevoerd. Ten eerste kan niet bewezen worden dat er in de richting van de agenten is geschoten. Door het ontbreken van dit bewijs zal gespeculeerd moeten worden over de gevaarzetting van de schoten en over het door onbekenden aanvaarden van die op basis van speculaties aangenomen aanmerkelijke kans. Ten tweede kan een voorafgaande aanvaarding van een aanmerkelijke kans op een dergelijke escalatie niet bewezen worden. Het bewijs voor individueel opzet gericht op het medeplegen en op het grondfeit ontbreekt.
4.3
De door de rechtbank gebezigde bewijsmiddelen1.
4.3.1.
Inleiding
Op 12 mei 2014 vond omstreeks 0.30 uur een woningoverval plaats op het adres [adres] in Utrecht. Vier gemaskerde mannen waren de woning binnengevallen en hielden de familie [aangever 1] – vader, moeder, kinderen en oma – onder dreiging van vuurwapens in bedwang. De vader en moeder werden bovendien mishandeld. Na de overval heeft buiten de woning, langs en op de weg een vuurgevecht met de politie plaatsgevonden. De overvallers zijn vervolgens gevlucht en weggereden in de richting van de [straatnaam] .
4.3.2
Bewijsmiddelen
De woningoverval (feiten 1, 2 en 4)
4.3.2.1 Verklaringen slachtoffers
Aangever [slachtoffer 1] heeft bij de politie als volgt verklaard, zakelijk weergegeven:
Mijn vrouw kwam op 12 mei 2014 omstreeks 00.30 uur thuis bij onze woning aan de [adres] in Utrecht. Ik hoorde lawaai bij de voordeur. Toen ik de deur op een kier deed zag ik dat er een wapen tussen de deur en het kozijn was gedaan. Ik probeerde de deur dicht te duwen, maar dat lukte niet en de overvallers kwamen met mijn vrouw de woning binnen. Mijn zoon [de rechtbank begrijpt [slachtoffer 2] ] en ik moesten op de grond gaan liggen. We moesten later in de woonkamer gaan zitten. Tijdens een discussie of er geld was werd er geschoten. Ik zag een gat in de televisie.2.Mijn vrouw, zoon, dochter [de rechtbank begrijpt [slachtoffer 3] ] en ik werden alle 4 met tierips vastgemaakt. Ik ben meerdere malen met een vuurwapen op mijn hoofd geslagen. Ze dreigden te schieten als we geen geld zouden geven, een dader zei: “dan schiet ik je dood”. Naar mijn idee werd constant een wapen op ons gericht. De daders vroegen naar een kluis en naar sieraden. Een dader zei: “het is zondag jullie hebben altijd geld. Het wordt opgehaald”.3.
Nadat de kluis was gevonden moesten mijn vrouw en ik mee naar boven. De kluis stond op de slaapkamer van mijn jongste zoon [slachtoffer 4] . Hij werd wakker. Ik heb gezegd dat ik de kluis niet kon openen.4.We moesten de kluis openmaken. Ze hielden het wapen dicht bij mijn gezicht en zeiden ”we schieten je dood”. Ze zeiden “Je moet open maken want anders maken we je dood”. Het werd steeds agressiever omdat ze dachten dat ik niet meewerkte. Ik heb gezegd dat ik later geld wilde brengen en dat ze de kluis mee mochten nemen. Ik kreeg een paar klappen tegen mijn hoofd. Ik heb schoppen in mijn zij gekregen. Ik werd omhoog getrokken en verder getrapt. Het werd zwart voor mijn ogen zoveel pijn had ik. Een dader pakte mij op en zei: “Ik schiet je kind dood”. Mijn kind was wakker en zat erbij in bed.5.Steeds werd het wapen op [slachtoffer 4] of op mij gericht. Op een gegeven moment gooide de dader iets over mijn hoofd. Het rook naar spiritus.6.Hij zei: “ik steek je in de fik”. Ik heb keer op keer gesmeekt dat ik wilde leven. Ik wilde ze morgen geld brengen, ik wilde alles voor ze doen.7.
Er waren 4 daders. Alle 4 de daders hadden vuurwapens. Ze droegen een zwarte bivakmuts. De daders spraken Nederlands, gelet op het accent leken zij van Marokkaanse herkomst.8.
Mevrouw [slachtoffer 5] , heeft in aanvulling hierop verklaard, zakelijk weergegeven:
Ik kwam omstreeks 0.35 thuis. Toen ik de deur wilde openen,9.hoorde ik iets achter mij en zag ik iemand aan komen rennen. Ik zag dat de mannen iets over hun hoofd hadden. Ik heb hard op de deur gebonkt en gegild. Ik werd achterover getrokken door de jongen die mij beet pakte. Hij pakte mij met een hand op mijn mond en mijn ogen waardoor ik niets meer kon zien. Ook kon ik bijna niet ademen. Ik voelde dat iemand mijn tas en sleutel afpakte. Toen de deur open ging werd ik naar binnen geduwd. Ik zag mijn man en mijn zoon van 17 in de hal. Door duwen en trekken moest ik naar de woonkamer. Ik moest op de bank gaan zitten. Ik hoorde iemand vragen: Waar is het geld? Mijn man en zoon moesten ook op de bank in de woonkamer gaan zitten.10.Een dader hield zijn wapen in mijn richting en soms richtte hij het op mijn zoon die naast mij zat. Hij dreigde mijn zoon neer te schieten.11.Ik hoorde mijn moeder boven. Een van de mannen liep naar boven en trok mijn moeder ook de woonkamer in.12.Een van de mannen riep: Waar is het geld. Wij zeiden dat we geen geld hadden. Er werd heel vaak om geld gevraagd. Een overvaller zei: “Jullie hebben wel geld, de vorige keer heb ik 20.000 euro van je gepakt bij een andere overval. Ik was de man van toen, van de overval van 20.000.” Er werd door een overvaller door de tv geschoten. Hij dreigde dat als we geen geld zouden geven ze ons dood zouden maken. Hiermee dreigden ze meerdere malen. Ze geloofden ons niet en bleven schreeuwen om geld. Net na het schieten kwam mijn dochter naar beneden. Ze vertelde dat ze uit haar bed was gepakt door twee mannen.13.
Dader 1 wilde mijn ketting van mijn nek trekken. Ik heb gezegd dat ik dat zelf wel zou doen. De dader heeft de ketting in zijn broekzak gedaan.14.
Ik hoorde iemand boven roepen dat ze de kluis hadden gevonden. Mijn man en ik moesten mee naar boven. Ik werd geduwd. Mijn man werd geduwd maar ook geslagen en getrapt. Ze deden het om mijn man mee naar boven te krijgen. Een van de overvallers zei “De kluis moet open”.15.
Gedurende de hele overval hoorde ik de mannen zeggen dat ze ons gingen vermoorden als we ze geen geld gaven. Ik ben ook 2x met een pistool op mijn hoofd geslagen. Ook ben ik meerdere keren op mijn lichaam geslagen.16.
Gestolen goederen: Een blauwe tas met mijn portemonnee, met daarin 500 of 600 euro aan briefgeld en 700 euro aan muntgeld, 3 electronische masterkeys van mijn hotels, mijn rijbewijs, 2 Rabobankpasjes, een macropas en een sligropas. De Ipod en Iphone van mijn jongste zoon zijn ook meegenomen.17.
De moeder van aangeefster heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven:
Twee personen waarvan de gezichten bedekt waren liepen naar boven en trokken mij naar beneden. Dader 1 pakte mij bij mijn bovenarm en trok mij van de trap naar beneden. Hij had in zijn andere hand een groot vuurwapen. Dader 3 had om geld gevraagd. Dader 1 en 2 gingen naar boven en kwamen terug met mijn kleindochter [slachtoffer 6] . Zij moest op de bank tegen de muur zitten.18.
[slachtoffer 3] , de oudste dochter, heeft aanvullend verklaard, zakelijk weergegeven:
De daders riepen: ”We willen geld of jullie gaan allemaal dood”.19.
4.3.2.2. Verklaring medeverdachte [medeverdachte]
Medeverdachte [medeverdachte] heeft bij de politie bekend betrokken te zijn bij de overval. [medeverdachte] verklaart een paar dagen voor de overval te zijn benaderd met de vraag of hij geld wilde verdienen.20.Hem was verteld dat het om Chinese mensen ging21., dat deze mensen veel geld hadden omdat zij veel hotels hadden en zwart geld mee naar huis namen. Zijn mededaders hadden alles al bekeken en hadden de mensen gevolgd. Ze hadden verteld dat het om een echtpaar ging en twee beveiligers.22.Ieder moest voor zichzelf een zwart trainingspak, een bivakmuts schoenen en handschoenen regelen.23.Voor de overval hebben zij besproken dat ieder een taakje kreeg, wie wat deed, hoe laat en hoe zij naar binnen zouden gaan.24.Zij moesten er allemaal voor zorgen dat iedereen rustig bleef en niemand zou vluchten.25.moest de beveiligers (die wapens hadden) onder schot houden en hun wapens af pakken26.en in de woning naar geld zoeken. Een andere jongen zou de mensen onder schot houden en een andere jongen deed een soort handboeien om.27.De opbrengst zou door hen vieren gedeeld worden.28.
Die zondag zijn zij een uur of twee tevoren bij elkaar gekomen. Zij zijn met een Golf GTI, die later is teruggevonden, vanuit [woonplaats] naar Utrecht gereden.29.Er waren vier wapens. Iedereen had een wapen.30.
Zij reden via de A2 naar Utrecht. In de buurt van het huis stapten twee jongens uit. De andere twee moesten na een seintje richting het huis rijden en uitstappen. Zij wachtten tot de bewoner in een BMW thuis kwam.31.Eén van de jongens pakte de vrouw vast met zijn hand over haar mond zodat ze niet kon schreeuwen. Een andere jongen duwde de deur open. Het plan was om de bewoners onder schot te houden.32.Het echtpaar en de jongen werden met tie rips vastgebonden. Er was in de tv geschoten. Voor en na het schieten werd er geroepen dat zij geld wilden.33.De mensen zeiden dat zij geen geld hadden.34.
Twee jongens duwden de man en vrouw naar boven naar de kluis. [medeverdachte] liep erachter aan.35.Er werd geschreeuwd dat zij geld wilden. [medeverdachte] zag dat de vrouw en de man werden geslagen. Hij zag aan hun blik dat zij bang waren en dat het pijn deed.36.
Het schietincident (feit 3)
4.3.2.3 Verklaringen van de verbalisanten
Verbalisant bekend onder nummer 790441 heeft, zakelijk weergegeven, het volgende verklaard:
Op 12 mei 2014 omstreeks 00.40 uur kwam een melding van mogelijke vechtpartij op adres [adres] te Utrecht bij mr [aangever 1] binnen.37.
De voordeur van de woning ging open en een Chinese man riep: “Overval, overval” Hij zei dat de daders via de achterkant wegvluchtten. Ik ben naar de achterzijde van de woning gerend. Ik zag een zwarte schim. Ik riep met luide stem meerdere malen “politie, politie, staan blijven”. De schim dook de bosschages in en ik dook erachter aan. Ik zag dat de schim een persoon was en stopte. Ik zag dat de persoon een bivakmuts droeg. Van een afstand van 1 meter zag ik dat de persoon een voorwerp vasthield. Op de manier waarop hij dit vasthield dacht ik meteen aan een jachtgeweer. Ik zag dat de persoon zich in mijn richting draaide en dacht dat hij zou schieten. Ik trok mijn dienstwapen en heb op de persoon geschoten.38.
Nadat ik had geschoten ben ik onmiddellijk weggerend naar de voorzijde van de woning om dekking te zoeken. Ik ben via de voorzijde van de woning de tuin uit gerend. Ik ben vervolgens linksaf gelopen naar de [adres] . Op de hoek heb ik bij de parkeerplaats bij het tuinhek dekking gezocht. Ik ben toen op mijn knieën gaan zitten. Ik zag dat 768849 op straat stond en meerdere schoten afvuurde in de richting van de [straatnaam] . Nadat ik hem zag schieten hoorde ik zeer luide knallen uit de richting van de [straatnaam] komen.39.
Ik heb zelf nog een aantal malen geschoten in de richting waar vandaan de zware knallen kwamen. Ik zag op een gegeven moment toen ik in de richting van de [straatnaam] keek een Volkswagen Golf wegrijden.40.
Het geluid van onze dienstwapens klonk als een klappertjespistool vergeleken bij de andere schoten.41.
Verbalisant bekend onder nummer 768849 heeft, zakelijk weergegeven, het volgende gerelateerd:
Ter plaatse op [adres] deed een jongen de deur open. Hij vertelde dat er een overval was en dat daders op dat moment via de achterkant weggingen.42.
Een manspersoon rende naar de bosjes. We renden naar die persoon. Hij had zich klem gelopen op een hek. Ik hoorde 790441 luid en duidelijk een paar keer roepen “Politie, politie”. Op het moment dat ik mij omdraaide hoorde ik knallen. Ik weet niet hoeveel en ik zag op twee plekken mondingsvuur. Dit herkende ik als schoten.43.
Ik rende terug naar de hoek van het huis omdat we werden beschoten. Ik rende voor de bosjes langs richting de [adres] . Ik hoorde twee soorten knallen. Het ene was scheller, en het andere wat voller en harder en lager van toon. Ik ben gaan schuilen achter de bosschages om niet geraakt te worden. Ik ben toen op de hoek gaan staan. Ik keek over de stoep tussen de auto’s en de bosjes.
Ik zag iemand in het zwart gekleed dicht bij een voertuig staan. Ik zag mondingsvuur bij hem vandaan komen. Ik zag dat hij in de richting van de bosjes schoot. Ik zag aan de andere kant ook lichtflitsen van mondingsvuur. Ik heb in de richting van die persoon geschoten.44.
Ik zag nog een andere vlam vanaf de andere kant van de auto. Ik zag die persoon niet, maar ik had het idee dat ik door die persoon werd beschoten. Om mijn lijf te redden heb ik achter een auto dekking gezocht. Toen ik achter de auto kwam ben ik naar rechts uitgestapt en vuurde in het richting van het mondingsvuur. Er werd vanaf verschillende posities op mij en op 790441 geschoten.45.
4.3.2.4 Verklaring van medeverdachte [medeverdachte]
Medeverdachte [medeverdachte] heeft verklaard dat toen hij en de anderen geschreeuw hoorden zij zijn weggerend. Hij volgde de andere jongens naar de achtertuin. Zij klommen allemaal over het hek. Hij werd daarbij door de politie neergeschoten en is naar de auto gevlucht,46.de Golf GTI.47.Een van de jongens was hem gesmeerd. Zij reden met zijn drieën weg in de auto.48.Om niet ontdekt te worden door een helikopter waren zij de snelweg afgegaan en naar Mijdrecht gereden.49.Toen is ervoor gezorgd dat zij werden opgehaald. [medeverdachte] heeft met zijn telefoon gebeld dat iemand hem op moest halen.50.wachtte op de grond. De andere jongens liepen heen en weer. Zij moesten ook bellen.51.is opgehaald met een Fiat Punto. Zij zijn naar Amsterdam gereden.52.Hij is daar naar het ziekenhuis gebracht.53.Hij weet niet wie de anderen heeft opgehaald. Hij heeft hen daar achter gelaten.54.
4.3.2.5 Aangetroffen sporen op de plaats delict
Het schietincident vond plaats op de [adres] te Utrecht. De weg is gelegen in oost- / westelijke richting. Aan de oostzijde ligt, haaks op de [adres] , de [straatnaam] ; aan de westzijde ligt de [straatnaam] en, verderop, [straatnaam] en de [straatnaam] .
Aan de zijde van de [adres] is een grote parkeerplaats behorende bij restaurant [aangever 1] gelegen. Vanaf de [straatnaam] gezien is aan de achterzijde van de parkeerplaats het perceel [adres] gesitueerd. De [adres] is een rechte weg, waarbij aan beide zijden van de doorgaande weg voertuigen in parkeerhavens staan geparkeerd. Aan de linkerzijde, zuidzijde, van de [adres] is, gezien vanaf de [straatnaam] , eerst de parkeerplaats gelegen, hierna perceel [adres] en hier achter openbaar groen.55.
Door de politie is onderzoek verricht aan de [adres] en rondom de (vrijstaande) woning op het perceel [adres] te Utrecht. Verbalisanten hebben het volgende gerelateerd:
Bij het onderzoek op de plaats delict zagen wij vanaf de hoek rechts voor
van het perceel enigszins schuin in noordwestelijke richting weglopend over de weg
een spoor van hulzen (4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10). Het betroffen hulzen met een groene rand rond het slaghoedje, hetgeen veelal zichtbaar is bij de munitie die aan politiemensen wordt verstrekt.
Vervolgens zagen wij in een voertuig, merk Citroen, voorzien van het kenteken [kenteken] en geparkeerd aan de linkerzijde van de weg, nabij de hoek aan de rechtervoorzijde van het perceel [adres] , aan de rechterzijde drie beschadigingen (11, 12, 13) en een beschadiging aan de linker voorzijde in de motorkap (14) en in de grill van dit voertuig (15).56.Bij nader onderzoek bleek het volgende:
Er werden in de rechter zijkant van de Citroën beschadigingen aangetroffen die duidden op twee kogelbanen van achteren naar voren. In het rechterachterportier werd een kogel aangetroffen die waarschijnlijk afkomstig is van politiemunitie.
Aan de voorkant in het front en in de motorkap werden beschadigingen aangetroffen die
duidden op minimaal vier schotbanen van voor naar achteren. Opvallend is hierbij dat
de beschadigingen 7 en 8 zeer dicht bij elkaar liggen en alleen in hoogte iets
verschillen. In de gril werd de mantel van een kogel aangetroffen die van andere munitie
afkomstig is dan die van de politie.57.
In de stam van de boom, staande voor de Citroën, werd een metaalfragment (16)
aangetroffen.58.Dit was aan de oostzijde van de boom.59.
Verder werd er een huls (17) aangetroffen op het trottoir, nabij het afgesloten hekje. Dit bleek geen politiehuls te zijn.
Vervolgens zagen wij in de achterbumper van een voertuig, personenauto, merk Ford, voorzien van het kenteken [kenteken] en geparkeerd aan de linkerzijde van de weg, een gat (18) zitten.60.Bij nader onderzoek werden in de achterbumper en de achterkant van chassis/subframe achterwielophanging links beschadigingen aangetroffen die duidden op twee kogelbanen van achteren naar voren.61.
Onder dit voertuig zagen wij twee fragmenten liggen (19 en 20). Naar het leek betroffen dit een kogel en fragment van een kogel.
Op de parkeerhaven nabij de veiliggestelde bloedsporen (1 en 2) werd een huls (21) aangetroffen. Dit zou volgens de collega’s ook de plaats zijn geweest ter hoogte waarvan het voertuig van de daders zou hebben gestaan. Deze huls blijkt afwijkend van de munitie die aan de politie wordt verstrekt.
In een aan de linkerzijde van de weg staande Audi, voorzien van het kenteken [kenteken] , voorbij de lege parkeerhaven, werd aan de rechterzijde een beschadiging (23) aangetroffen. Dit bleek een oppervlakkige krasbeschadiging te zijn, maar hoogstwaarschijnlijk wel ten gevolge van een verschoten kogel.
Naast het voertuig op het wegdek werd een huls (22) aangetroffen. Deze bleek niet afkomstig te zijn van politiemunitie.
Verder werd op het trottoir, aan de linkerzijde van de weg voorbij de Audi en richting [straatnaam] , een kogel (24) aangetroffen.62.Deze bleek afkomstig van politiemunitie.63.
4.3.2.6 Aangetroffen vuurwapen en munitie(delen)
Uit onderzoek naar het op de plaats delict aangetroffen wapen en munitiedelen en -sporen bleek het volgende:64.
Pistool met geluidsdemper( [nummer]65.
Aan de buitenzijde van het tuinhek van de woning werd een vuurwapen aangetroffen.
Het pistool heeft de opschriften en uiterlijke kenmerken van een semiautomatisch werkend pistool, van het merk Ceska Zbrojovka, model 70, kaliber 7.65 Browning. Bij het pistool bevindt zich een geluidsdemper.66.In de kamer van het pistool bleek 1 patroon te zitten.67.
Drie hulzen 7.65 mm Browning
AAHD3239NL Huls aangetroffen in woonkamer68.
AAHE3330NK Spoor 22 op wegdek [adres] richting [straatnaam]69.
AAHE3334NL Spoor 17, bij tuinhek.70.
Er zijn aanwijzingen dat de drie hulzen zijn verschoten met één vuurwapen, maar niet met
het aangetroffen pistool. De hulzen zijn vermoedelijk verschoten met een machinepistool,
kaliber 7.65 mm Browning, type Skorpion.71.
Twee hulzen 7,62x39mm
AAHE3327NL Spoor 26 op trottoir voor tuinhek.
AAHE3331NL Spoor 21 op parkeerhaven, thv vermoedelijke staanplaats voertuig daders.72.
Er zijn aanwijzingen dat de twee hulzen zijn verschoten met één vuurwapen. De hulzen zijn
vermoedelijk verschoten met een aanvalsgeweer kaliber 7.62x39mm, type AK47
(Kalashnikov).73.
Kogelmanteldelen
AAHE3335NL Spoor 16 in boom nabij aangetroffen Citroen.74.
AAGZ5389NL Aangetroffen in de grill rechtsvoor van de Citroen.75.
De twee kogeldelen passen bij kogels van het kaliber 7.65 mm Browning. De afvuursporen van kogelmanteldeel (AAGZ5389NL) passen zowel bij die van het aangetroffen pistool als bij andere merken vuurwapens waaronder machinepistolen van het type Skorpion.76.
4.3.2.7. Bevindingen politie
Naast politiemunitie werden er delen van 2 soorten niet-politiemunitie aangetroffen.
De vindplaatsen van de beschadigingen, alsmede de munitiedelen van politiemunitie en niet-politiemunitie passen bij een schotenwisseling min of meer evenwijdig aan de [adres] , waarbij de politiemunitie in westelijke richting is verschoten en niet-politiemunitie in oostelijke richting.
De Citroën en de Ford stonden beide aan de linkerzijde van de [adres] , met de voorzijde in westelijke richting.
In de Citroën en de Ford werden 2 schotbanen van achteren naar voren aangetroffen.
Deze schotbanen passen bij schoten afgevuurd door de politie.
In de Citroën werden 4 schotbanen van voren naar achteren aangetroffen. Deze schotbanen passen bij schoten afgevuurd door de daders.77.
De vlucht (feiten 1, 2, 3 en 4)
4.3.2.8. De vluchtauto en de bloedsporen
De aanwezige agenten zagen een VW Golf in de richting van de [straatnaam] wegrijden.78.
Op de rand van het trottoir en het wegdek van de [adres] werden bloedsporen aangetroffen.79.
Op 12 mei 2014 om 2.05 uur werd op de Croonstadtlaan in Mijdrecht een VW Golf aangetroffen met vals kenteken [kenteken] . Op het achterportier werd bloed aangetroffen.80.
Uit DNA-onderzoek naar het bloed dat op de plaats delict (op de rijbaan van de [adres] ) en op de aangetroffen auto VW Golf is gevonden81.volgde een match met medeverdachte [medeverdachte] .82.
Relatie telefoonnummer * [telefoonnummer] en de overval
4.3.2.9 Camerabeelden Mijdrecht
Op camerabeelden van het centrum van Mijdrecht op 12 mei 2014 tussen 0.00 uur en 03.00 uur wordt het volgende waargenomen:83.
-1.13 uur komt een auto aan in Mijdrecht op Croonstadtlaan.84.
Door een voertuigdeskundige is vastgesteld dat het vermoedelijk een VW Golf betreft. Hij acht het verder aannemelijk dat het aangetroffen voertuig op de Croonstadtlaan vermoedelijk hetzelfde voertuig betreft als op de camerabeelden.85.
-vanaf 1.15 uur lopen 2 personen (afwisselend samen en apart van elkaar) op en in de buurt van de Croonstadtlaan en de Bozenhoven.86.
-1.18 uur houdt de ene man een lichtgevend voorwerp in zijn hand en doet dit vervolgens tegen zijn oor.87.
-1.35 uur ontmoeten [naar later wordt vastgesteld, rb] getuige [getuige 1] en man 1 elkaar op de Bozenhoven. Man 1 steekt vermoedelijk een sigaret aan. Man 2 loopt aan de andere kant.88.
-1.37 uur lopen man 1 en 2 samen over de Bozenhoven en de Croonstadtlaan. Eén van hen heeft iets lichtgevends in zijn hand, vermoedelijk een sigaret.89.
-1.38 uur Er komt een auto uit de richting van het Raadhuisplein. De voorste persoon steekt zijn hand op naar de auto en loopt met de auto mee de zijstraat van de Croonstadtlaan in. De achterste persoon loopt uit beeld.
Door een voertuigdeskundige is vastgesteld dat het vermoedelijk een Fiat Punto of Grande Punto betreft.90.
-1.40 uur komt een persoon de zijstraat van de Croonstadtstraat uitlopen en legt iets onder de struiken.91.
-1.42 uur rijdt een auto (gelijkend op de auto die om 1.38 uur de zijstraat van de Croonstadtlaan inrijdt) de zijstraat van de Croonstadtlaan uit en verdwijnt uit beeld.92.
-1.43 uur komt over de Constructieweg een Mercedes met taxibordje op het dak aanrijden.93.
-1.45 uur komt de Mercedes uit de richting van het Raadhuisplein en stopt bij bosschages waar eerder iets onder de struiken was gelegd.94.
Iemand stapt uit, pakt iets onder bosschages en stapt weer in. De Mercedes rijdt verder richting Bozenhoven. Naast de bestuurder en de bijrijder zit er iemand op de achterbank. De Mercedes verdwijnt uit beeld van de camera’s.95.
Door een voertuigdeskundige is vastgesteld dat het vermoedelijk een Mercedes E-model betrof, en dat het - gezien het voorwerp op het dak - een taxi uitvoering zal betreffen.96.
4.3.2.10. Telecommunicatie
Bevindingen telefoonnummer [telefoonnummer] [hierna: * [telefoonnummer] ] (medeverdachte [medeverdachte] )
In [woonplaats] liep een onderzoek genaamd 13KRAAK dat was gericht op handel in verdovende middelen. In dit onderzoek hebben diverse taps gelopen. Over één van de taps kwamen gesprekken met het tegennummer * [telefoonnummer] . De gebruiker van dit telefoonnummer werd [bijnaam] genoemd. Op basis van een waarneming van het observatieteam werd geconcludeerd dat de gebruiker van het nummer * [telefoonnummer] [medeverdachte] was. [medeverdachte]
had bovendien de bijnaam [bijnaam] , aangezien hij regelmatig op scooters reed en werd vergeleken met Holleeder.97.
Telefoonnummer * [telefoonnummer] straalt op 11 mei 2014 om 21.42 uur een paal aan in [woonplaats] .
Van 21.45 uur tot 12 mei 2014 te 1.05 uur heeft * [telefoonnummer] geen contacten.
Op 12 mei 2014 om 01:05 uur straalt het nummer * [telefoonnummer] palen aan in de omgeving van Loenen aan de Vecht en belt op dat moment naar het telefoonnummer * [telefoonnummer] . Daarna belt * [telefoonnummer] nog twee keer met het nummer * [telefoonnummer] om 1.23 en om 1.38 uur. Om 1.38 uur stralen beide nummers een paal op de Nyverheidsweg in Mijdrecht aan.98.
Het nummer * [telefoonnummer] wordt hierna niet meer gebruikt.99.
Op 12 mei 2014 vanaf 1.59 uur straalt * [telefoonnummer] palen aan in [woonplaats] .100.
Bevindingen telefoonnummer 31686390993 [hierna: * [telefoonnummer] ]
Op de camerabeelden in Mijdrecht is te zien dat een persoon tussen 1.16 uur en 1.18 uur [vermoedelijk, rb] belt. Op dat moment stralen 3 telefoonnummers een mast aan in Mijdrecht, waaronder telefoonnummer * [telefoonnummer] . De andere 2 telefoonnummers kunnen op basis van telecomgegevens worden uitgesloten als inzittenden van de VW Golf. Zij hebben namelijk ook contact met deze mast voordat de VW Golf arriveert.101.
Telefoonnummer * [telefoonnummer] wordt op 31 maart 2014 in gebruik genomen tot 12 mei 2014.102.
Het telefoonnummer * [telefoonnummer] heeft zeer frequent contact met de telefoonnummers103.
* [telefoonnummer] vermoedelijk [B]104.
* [telefoonnummer] vermoedelijk [C]105.
Telefoonnummer * [telefoonnummer] straalt op 11 mei 2014 21.48 uur een paal aan in [woonplaats] . Vervolgens maakt het een beweging naar het Osdorpplein en straalt daarna om 23.50 uur palen aan langs de A10, eerst op de Parnassusweg106.en daarna op de Barbara Strozzilaan.
Van 23.50 uur tot 1.09 uur heeft * [telefoonnummer] geen contacten.
Op 12 mei 2014 om 1.09 uur straalt * [telefoonnummer] een paal aan in Vinkeveen en belt dan naar telefoonnummer * [telefoonnummer] . Direct daarop belt * [telefoonnummer] naar het telefoonnummer * [telefoonnummer] .
Vanaf 1.11 uur straalt * [telefoonnummer] palen aan in Mijdrecht op de Nyverheidsweg 6.107.
Het nummer heeft meermalen contact met de telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] .
De telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] stralen vanaf 1.41 uur ook palen in Mijdrecht aan.108.
Na 1.47 uur straalt * [telefoonnummer] geen palen in Mijdrecht meer aan.109.
Na 1.49 uur stralen * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] geen palen in Mijdrecht meer aan.
Vanaf 2.11 uur stralen de nummers * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] palen in [woonplaats] aan.110.
Het nummer * [telefoonnummer] wordt na 12 mei 2014 niet meer gebruikt.111.
Overzicht bevindingen camerabeelden en telefoonbewegingen 12 mei 2014
omgeving Mijdrecht. 112.
1.05
uur - * [telefoonnummer] ( [medeverdachte] - Loenen aan de Vecht) belt naar * [telefoonnummer] ( [woonplaats] ).
1.09
uur - * [telefoonnummer] (Vinkeveen) belt naar * [telefoonnummer] ( [woonplaats] ).
1.13
uur - camerabeelden: VW Golf arriveert in Mijdrecht en rijdt naar Croonstadtlaan.
1.15
uur - camerabeelden: in Mijdrecht lopen twee personen rond.
1.16
uur - camerabeelden: man 1 belt als telefoonnummer * [telefoonnummer] palen in Mijdrecht aanstraalt.
1.38
uur - * [telefoonnummer] ( [medeverdachte] – Mijdrecht) belt naar * [telefoonnummer] (Mijdrecht).
1.38
uur - camerabeelden: kleine auto (mogelijk Fiat Punto) arriveert in Mijdrecht.
1.42
uur - camerabeelden: kleine auto vertrekt uit Mijdrecht.
1.16
uur - * [telefoonnummer] (Mijdrecht) belt naar * [telefoonnummer]113., * [telefoonnummer] belt * [telefoonnummer] .
1.41
uur - * [telefoonnummer] (Mijdrecht) stuurt sms naar * [telefoonnummer] (Mijdrecht).
1.43
uur - * [telefoonnummer] (Mijdrecht) stuurt sms naar * [telefoonnummer] (Mijdrecht).
1.45
uur - getuige maakt melding van verdachte personen op Bozenhoven te Mijdrecht.
1.45
uur - camerabeelden: Mercedes taxi arriveert in Mijdrecht, en rijdt weer weg uit Mijdrecht.
Relatie * [telefoonnummer] en verdachte
4.3.2.11 Telecommunicatie
Bevindingen telefoonnummer * [telefoonnummer]
Het nummer * [telefoonnummer] heeft zeer frequent contact met * [telefoonnummer] op naam van [D] .114.
Zij is de vriendin van verdachte.115.
Het telefoonnummer * [telefoonnummer] straalt voornamelijk palen aan in de omgeving van de [adres] in [woonplaats] . Er is regelmatig contact met telefoonnummers te koppelen aan [B] en [E] . [B] werkt in de snackbar van zijn broer [E] aan de [adres] . Verdachte wordt zowel samen met [B] als met [E] gezien.116.
Voor en na rustperiodes wordt het telefoonnummer voornamelijk gebruikt in de omgeving van de Postjesweg in [woonplaats] en Westgaarde in [woonplaats] . Verdachte staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie (GBA) op het adres [adres] [woonplaats] . Dit is in de omgeving van de Postjesweg. De broer van verdachte, [C] , staat ingeschreven op [adres] . Dit is in de omgeving van Westgaarde.117.
Nadat telefoonnummer * [telefoonnummer] op 12 mei 2014 uit de lucht gaat [de rechtbank begrijpt: niet meer gebruikt wordt], is er vanaf 16 mei veelvuldig contact tussen het telefoonnummer van [D] en telefoonnummer * [telefoonnummer] .118.
Wanneer telefoonnummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] kort na elkaar worden gebruikt blijkt dat dezelfde masten worden aangestraald. Hierop zijn geen uitzonderingen aangetroffen.119.
De persoon op de profielfoto van het Whatsappaccount behorend bij telefoonnummer * [telefoonnummer] werd door de politie herkend als [verdachte] geboren [1991] . Vastgesteld werd dat op meerdere momenten de profielfoto van de gebruiker van de * [telefoonnummer] is gewisseld, maar dat de persoon daarop, [C] , dezelfde bleef.120.
Op basis van taps op het telefoonnummer van [D] en op telefoonnummers van haar ouders kan worden achterhaald dat [verdachte] vanaf 14 augustus [de rechtbank begrijpt: 2014] gebruik maakt van het telefoonnummer * [telefoonnummer] en vanaf 15 november 2014 van telefoonnummer * [telefoonnummer] .121.
Bij een doorzoeking op de [adres] , [woonplaats] (GBA-adres verdachte) werd op 16 december 2014 aangetroffen:
- een telefoon met IMEI 4920 (IMEI-nummer gebruikt in combinatie met * [telefoonnummer] );
- een telefoon met IMEI 6357 (IMEI-nummer van nummer * [telefoonnummer] ).
Bij een doorzoeking op de [adres] , [woonplaats] (GBA-adres [C] ) werd op 16 december 2014 aangetroffen:
- een telefoon met IMEI-nummer 2220. Dit IMEI-nummer is gebruikt in combinatie met * [telefoonnummer] .122.
Stemvergelijking telefoonnummers * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] .
In het onderzoek is de telecommunicatie afgeluisterd van het telefoonnummer 06 8767 [telefoonnummer] (* [telefoonnummer] ). Gehoord werd dat het nummer op een enkele uitzondering na werd gebruikt door dezelfde man. Deze man sprak doorgaans Nederlands, maar ook hier en daar Arabisch. Deze man werd aangesproken met de volgende namen: [bijnaam] , [bijnaam] en [bijnaam] . In een gesprek stelde de gebruiker van * [telefoonnummer] zichzelf voor als het broertje van [C] .123.
Volgens de GBA heeft [C] de volgende broers:
[F] [1991] [adres] [woonplaats]
[G] [1984] [adres]
[H] [1987] Geëmigreerd dd 03-01-2013
Er is dus maar 1 broer wiens naam overeenkomt met [bijnaam] / [bijnaam] / [bijnaam] voornoemd.
Vermoedelijk is [F] , geboortedatum: [1991] , geboorteplaats: [geboorteplaats] , Marokko, woonadres: [adres] [woonplaats] de gebruiker van * [telefoonnummer].124.
Bij het uitluisteren van gesprekken binnen het onderzoek 13Overspelt waarbij contact is met de nummers [telefoonnummer] (onder andere van 4 mei 2014) en [telefoonnummer] werd door de uitluisteraar gehoord dat de stem van de gebruiker van het nummers * [telefoonnummer] en * [telefoonnummer] de stem was van de hem inmiddels bekende en hiervoor genoemde: [verdachte] .
Stemherkenning [D] * [telefoonnummer]
In het onderzoek O9RIJK is de telecommunicatie afgeluisterd van de volgende twee telefoonnummers: [telefoonnummer] en [telefoonnummer] .
Gehoord werd dat het telefoonnummer [telefoonnummer] steeds gebruikt werd door dezelfde vrouw die zich [I] noemde.Volgens GBA betreft [I] : [I] , geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [1972] , wonende te [woonplaats] , [adres] . Volgens de GBA is een dochter van [I] : [D] , geboren te [woonplaats] op 28 mei 1994, wonende te [woonplaats] , [adres] .
Telefoonnummer [telefoonnummer] is de vaste lijn van het adres [adres] . In een gesprek belde een vrouw die zich [D] noemt. In een ander gesprek belde dezelfde vrouw, die zich [D] de dochter van [I] noemt en krijgt dan [I] aan de lijn. De uitluisterend verbalisant hoorde dat dit [I] voornoemd is. Kennelijk betrof deze [D] de dochter van [I] , te weten [D] .125.
In de gesprekken TA24-063 en -064 op 28 augustus 2014 belde [D] naar haar moeder [I] (telefoonnummer: [telefoonnummer] ). De uitluisterend verbalisant herkende beide stemmen. In deze gesprekken (TA24-063 en -064) belde [D] met het telefoonnummer [telefoonnummer] .
Vermoedelijk is [D] , geboren te [woonplaats] op 28 mei 1994, wonende te [woonplaats] , de gebruiker van het nummer [telefoonnummer] .126.
Grijze taxi Mercedes en telefoonnummer * [telefoonnummer]
Het telefoonnummer [telefoonnummer] komt voor in Blue View en is gekoppeld aan de bestuurder (taxichauffeur) van een grijze-zilverkleurige taxi met blauwe kentekenplaten in verband met een beroving.127.Uit het politierapport bleek dat er door de taxichauffeur naar het slachtoffer van de beroving gebeld was met het telefoonnummer [telefoonnummer] . Het slachtoffer herkende [C] als de man die hen beroofd had op een door de politie getoonde foto.128.
[C] is de broer van [verdachte] . [C] , vennoot bij Taxi [naam] , heeft sinds 11 februari 2014 een grijze Mercedes Benz op naam staan voorzien van blauwe kentekenplaten. In de dakrail zit een contactpunt voor een aansluiting van een verlicht bord.129.
4.3.3
Nadere overwegingen
Koppeling van verdachte aan telefoonnummer * [telefoonnummer]
Op basis van stemherkenning is gebleken dat de telefoonnummers * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] in gebruik zijn bij dezelfde persoon. Op basis van telecomanalyse, stemherkenning en berichten op WhatsApp neemt de rechtbank aan dat verdachte de gebruiker van de nummers * [telefoonnummer] , * [telefoonnummer] , *9405 en * [telefoonnummer] is geweest. Bovendien is een telefoon met IMEI 4920, welke werd gebruikt in combinatie met * [telefoonnummer] aangetroffen op het GBA-adres van verdachte. Een telefoon met IMEI 220, welke werd gebruikt in combinatie met * [telefoonnummer] is aangetroffen in de woning van [C] , broer van de verdachte.
Op grond van de hiervoor omschreven feiten, in onderling verband en samenhang bezien, komt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte de vaste gebruiker is geweest van het telefoonnummer * [telefoonnummer] .
Aangenomen kan worden dat verdachte ook op 12 mei 2014 in Mijdrecht de gebruiker van dit nummer is geweest. Ten eerste gelet op de hiervoor genoemde omstandigheden op basis waarvan de rechtbank heeft vastgesteld dat verdachte de vaste gebruiker is van * [telefoonnummer] . Ten tweede omdat de rechtbank afleidt uit de camerabeelden, de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] in combinatie met de telecomgegevens dat [C] , de broer van verdachte, degene is geweest die de gebruiker van het nummer * [telefoonnummer] in Mijdrecht heeft opgehaald. [C] is, gelet op hetgeen hiervoor is vastgesteld, de gebruiker van telefoonnummer * [telefoonnummer] en beschikt over een zilvergrijze Mercedestaxi, exact gelijkend op de auto als te zien op de camerabeelden in Mijdrecht.
Dit oordeel van de rechtbank wordt ondersteund door de verklaring van getuige [getuige 1] . Hij heeft verklaard dat hij in de nacht van 11 op 12 mei 2014 op de Bozenhoven in Mijdrecht twee personen zag lopen, die zich apart gedroegen. De ene jongen liep op hem af en vroeg hem om een vuurtje. De ander jongen stak over en liep haastig (proces-verbaal bevindingen, tactisch dossier p. 537 en 539).
[getuige 1] heeft na het zien van foto’s van verdachte [medeverdachte] en 13 andere mogelijk bij de overval betrokken personen, aangegeven dat [C] [1988] ( [geboorteplaats] Marokko) en [verdachte] [1991] ( [geboorteplaats] , Marokko) lijken op de persoon die hem om een vuurtje vroeg (proces-verbaal bevindingen, tactisch dossier, p. 547 en 549).
Betrokkenheid verdachte bij de woningoverval De rechtbank dient vervolgens de vraag te beantwoorden of verdachte één van de daders is van de gewelddadige gebeurtenissen die plaatsvonden op 12 mei 2014 rond middernacht op de [adres] te Utrecht. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend. De rechtbank heeft daartoe de bekennende verklaringen van medeverdachte [medeverdachte] kritisch afgezet tegen de aangiftes, de telecomgegevens en de camerabeelden. Het relaas van medeverdachte [medeverdachte] wordt op belangrijke punten ondersteund door de overige bewijsmiddelen. Zo komt de beschrijving van de gebeurtenissen in de woning door [medeverdachte] grotendeels overeen met die van aangevers [aangever 1] en [aangever 2] . Ook de verklaring van [medeverdachte] over dat hij door een Fiat Punto is opgehaald uit Mijdrecht en gebracht naar het ziekenhuis en de telefonische contacten daaromheen, komt overeen met de camerabeelden (in Mijdrecht en bij het ziekenhuis) en de telecomgegevens. De verklaring van [medeverdachte] is naar het oordeel van de rechtbank dan ook voldoende betrouwbaar om als uitgangspunt te nemen voor hetgeen tijdens de vlucht is gebeurd.
Uit de hiervoor genoemde bewijsmiddelen blijkt dat er in de nacht van 11 op 12 mei 2014 sprake is geweest van een viertal daders, die voor de overval gezamenlijk in een VW Golf vanuit [woonplaats] -West naar Utrecht zijn gereden. Na de overval zijn drie overvallers in diezelfde VW Golf op de vlucht geslagen. De VW Golf is met hoge snelheid via de A2 richting [woonplaats] gereden en is omstreeks 01.13 uur in Mijdrecht aangekomen. Daar heeft [medeverdachte] iemand gebeld om hem op te halen.
De verklaring van [medeverdachte] en de bevindingen volgend, is na aankomst van de vluchtauto in Mijdrecht de zwaargewonde [medeverdachte] in de struiken gaan zitten, terwijl de andere twee rondliepen. Zij wilden ook iemand bellen om hen op te halen, aldus [medeverdachte] .
Op de camerabeelden is vervolgens ook te zien dat twee personen in de omgeving van de Bovenhoven en de Croonstadtlaan in Mijdrecht heen en weer lopen.
Omstreeks 01.18 uur wordt door één van hen gebeld. Op dat moment straalt het telefoonnummer * [telefoonnummer] van verdachte een zendmast in Mijdrecht aan.
Zowel het telefoonnummer * [telefoonnummer] als het nummer van [medeverdachte] straalden ongeveer 10 minuten eerder zendmasten in de buurt van de afrit Vinkeveen op de A2 aan.
Op basis van de verklaring van [medeverdachte] , de telecomgegevens en de camerabeelden blijkt dus dat * [telefoonnummer] - gelijktijdig met [medeverdachte] - via (de afrit op de A2 richting) Vinkeveen naar Mijdrecht is gereisd.
Voorts volgt uit de telecomgevens dat verdachte vanuit Mijdrecht via het nummer van [B] zijn broer [C] belt, kennelijk met het verzoek hem in Mijdrecht op te halen. (De telefoons van) [B] en [C] bevinden zich dan nog in Amsterdam en maken vervolgens een beweging in de richting van Mijdrecht.
Op de camerabeelden is te zien dat om 01.38 uur een Fiat Punto in Mijdrecht arriveert, die om 1.42 uur Mijdrecht weer verlaat. [medeverdachte] is door deze Fiat Punto in Mijdrecht opgehaald en is vervolgens naar een ziekenhuis in Amsterdam gebracht.
Omstreeks 01.45 uur arriveert vervolgens een Mercedes taxi in Mijdrecht. [C] beschikt over een dergelijke taxi en de telefoonnummers van [C] en [B] stralen dan ook zendmasten in Mijdrecht aan. Zij hebben dan telkens contact met het nummer van verdachte verdachte. Vervolgens verdwijnen de twee in Mijdrecht rondlopende personen en de taxi uit beeld.
Vanaf 2.11 uur stralen de nummers van verdachte, [C] en [B] weer palen aan in Amsterdam . Het nummer * [telefoonnummer] van verdachte en nummer * [telefoonnummer] van [C] , stralen als laatste een paal aan op de Rudi Bloemgartensingel te Amsterdam .
Verder overweegt de rechtbank dat na 12 mei 2014 het nummer * [telefoonnummer] van [medeverdachte] en het nummer * [telefoonnummer] van verdachte niet meer worden gebruikt, omdat er niet langer zendmastgegevens worden geregistreerd.
Over het tijdsverloop voorafgaand aan de overval overweegt de rechtbank nog het volgende. Het telefoonnummer * [telefoonnummer] straalt om 23.50 uur nog een zendmast op de Barbara Strozzilaan te Amsterdam aan. Volgens de routeplanner is het vanaf dat adres nog 31 minuten rijden naar de [adres] in Utrecht. Volgens [medeverdachte] hebben de overvallers ter plaatse ongeveer 20 minuten op mevrouw [aangever 2] gewacht. Mevrouw [aangever 2] is om 0.34 uur thuis gekomen.
Gezien de verklaring van [medeverdachte] dat de overvallers vanuit Amsterdam West met de auto rechtstreeks naar Utrecht zijn gereden, neemt de rechtbank aan dat zij op het moment van aanstralen van de zendmast op de Barbara Strozzilaan op de zuidelijke ring A10 reden. Dit in combinatie met het feit dat het verkeer omstreeks middernacht niet druk is, acht de rechtbank het zonder meer mogelijk dat het nummer * [telefoonnummer] omstreeks 0.15 uur (en in ieder geval ruim voor 0.34 uur) in Utrecht is aangekomen, zoals uit de verklaring van [medeverdachte] volgt. De rechtbank acht het op grond van het aanstralen van de telefoonmast op de Barbara Strozzilaan, in onderling verband en samenhang bezien met de overige bewijsmiddelen, aannemelijk dat de gebruiker van * [telefoonnummer] om 23.50 uur samen met de andere overvallers in de VW Golf onderweg was van Amsterdam -West naar Utrecht.
Gelet op hetgeen in de hiervoor opgesomde bewijsmiddelen is beschreven en op hetgeen is vermeld hierover in deze overweging stelt de rechtbank vast dat:
- -
verdachte op 12 mei 2014 samen met medeverdachte [medeverdachte] en de derde overvaller vanuit de [adres] te Utrecht in de VW Golf, zijnde de vluchtauto, via de A2 naar Mijdrecht is gereisd, en
- -
verdachte derhalve op 12 mei 2014 één van de overvallers van de woning op de [adres] te Utrecht is geweest.
Verdachte heeft zich bij de politie en de rechter-commissaris op zijn zwijgrecht beroepen en is niet ter terechtzitting verschenen voor het afleggen van een verklaring. .
Medeplegen woningoverval (feiten 1, 2 en 4)
Gelet op de opgesomde bewijsmiddelen, is de rechtbank van oordeel dat er een bewuste en nauwe samenwerking bestond tussen verdachte en zijn mededaders, waarbij elke dader een eigen rol vervulde om het uiteindelijke delict, de overval, te plegen.Voorts merkt de rechtbank op dat door medeverdachte [medeverdachte] is verklaard dat de overvallers verwachtten dat zij, naast het echtpaar [aangever 1] , in de woning bewapende beveiligers aan zouden treffen en dat zij zodoende vuurwapens hebben meegenomen om de beveiligers onder schot te houden. Gelet daarop had verdachte kunnen voorzien dat er een aanmerkelijke kans bestond dat er geweld zou worden aangewend, ook in die zin dat er bij de overval zou worden geschoten. Desalniettemin heeft hij willens en wetens zijn medewerking aan de overval verleend en daarbij een actieve rol gespeeld. De rechtbank acht dan ook bewezen dat sprake is van medeplegen door verdachte en de mededaders.
Poging tot gekwalificeerde doodslag op twee agenten (feit 3)
Tijdens de vlucht van de daders heeft een schotenwisseling plaatsgevonden, waarbij - zo blijkt uit de bewijsmiddelen - zowel door de overvallers als door de politie is geschoten.
Door de overvallers zijn met 2 verschillende vuurwapens (vermoedelijk een machinegeweer en een Kalashnikov) minimaal 4 schoten afgevuurd. Uit onderzoek is gebleken dat de schotenwisseling in oost- / westelijke richting, ongeveer evenwijdig aan de [adres] heeft plaatsgevonden.
Voor de rechtbank is op basis van met name de verklaringen van de twee agenten, de aangetroffen hulzen en de ter plaatse aangetroffen schotbeschadigingen in de boom, de Citroën en de Ford, komen vast te staan dat er daarbij door de overvallers gericht op de agenten is geschoten. Uit de verklaringen van verbalisant 790441 blijkt dat hij zich op een gegeven moment schuil heeft gehouden op de hoek van het betreffende perceel op de [adres] , op de parkeerplaats bij het tuinhek. Vervolgens heeft hij luide knallen gehoord uit de richting van de [straatnaam] . Verbalisant 768849 heeft verklaard dat hij op een gegeven moment dekking heeft gezocht achter een auto en dat hij werd beschoten. Uit de aangetroffen hulzen en de aangetroffen schotbeschadigingen in de (in de nabijheid van de verbalisanten geparkeerde) Citroën C3 met het kenteken [kenteken] kan worden afgeleid dat er door de schutters is geschoten in oostelijke richting, in de richting van de verbalisanten. Aldus hebben zij, mede in aanmerking genomen dat het donker was en er een kans bestond dat de kogels op aanwezige voertuigen en / of bomen zouden afketsen, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat de agenten zodanig zouden worden geraakt dat deze daarbij zouden komen te overlijden.
Dit levert een poging tot gekwalificeerde doodslag op zoals ten laste is gelegd.
Daderschap verdachte (feit 3)
Op grond van de bewijsmiddelen kan niet vastgesteld worden of verdachte één van de schutters is geweest.De vraag die dan aan de orde is, is of verdachte als medepleger verantwoordelijk kan worden gehouden voor de ten laste gelegde pogingen tot doodslag of dat alleen de daadwerkelijke schutters verantwoordelijk zijn voor het schieten.
De rechtbank beantwoordt deze vraag anders dan de raadsman.
Daartoe overweegt de rechtbank dat er vlak daarvoor een geplande, goed voorbereide gewapende overval op de familie [aangever 1] had plaatsgevonden, dat de politie de daders spoedig op het spoor was gekomen en dat de daders doende waren aan de politie te ontkomen door via de tuin en over een hek naar de vluchtauto te komen, die voorafgaand aan de overval door de overvallers was klaargezet.
Gelet op de verklaring van medeverdachte [medeverdachte] vormde het gebruik van wapens een bewust onderdeel van het plan van de overvallers, waarbij de verwachting was dat er een ontmoeting zou plaatshebben met twee bewapende beveiligers, die moesten worden ontwapend en daarna onder schot zouden moeten worden gehouden. De overvallers hebben gedreigd met geladen vuurwapens tijdens de overval en tijdens de overval is in de woning een schot gelost. Verdachte moet ervan op de hoogte zijn geweest dat er in de woning was geschoten toen hij en zijn mededaders, bij aankomst van de politie, achter elkaar naar buiten renden en over het tuinhek probeerden te vluchten. Dat vervolgens tijdens deze vlucht de vuurwapens tegen de toegesnelde politieagenten zouden worden gebruikt om de vlucht mogelijk te maken, was onder voornoemde omstandigheden voor verdachte te voorzien. Twee van de overvallers hebben vervolgens ook tijdens de vlucht in de richting van de agenten geschoten. Niet is gebleken dat verdachte zich op enig moment tijdens de woningoverval (bijvoorbeeld naar aanleiding van het geloste schot) of tijdens de vlucht heeft gedistantieerd van de andere overvallers en de door hen verrichte geweldshandelingen dan wel op enige wijze een eigen koers is gaan varen.
Hoewel aannemelijk is dat de samenwerking tussen de overvallers primair gericht is geweest op het plegen van de overval, neemt de rechtbank op basis van voornoemde omstandigheden aan dat de samenwerking zich ook heeft uitgestrekt tot het geweld dat kort na de overval plaatsvond en acht zij het medeplegen van het schieten op de agenten bewezen.
Slotoverweging
De rechtbank overweegt tot slot dat verdachte zich heeft beroepen op zijn zwijgrecht en derhalve tegenover de omstandigheden waaronder de overval is begaan zoals die blijken uit de uiterlijke verschijningsvorm, niets heeft gesteld waaruit een andere conclusie ten aanzien van het opzet en de samenwerking zou moeten volgen.
De hiervoor weergegeven feiten en omstandigheden worden slechts gebezigd tot het bewijs van dat tenlastegelegde feit waarop deze blijkens de inhoud kennelijk betrekking hebben.
5. Bewezenverklaring
De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4. genoemde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Parketnummer 16/701315-14
1.
hij op 12 mei 2014 te Utrecht, tussen 00:30 en 00:41, in een woning gelegen aan de [adres] te Utrecht,
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
-een tas met inhoud (onder meer sleutels, een geldbedrag van ongeveer EUR 700
en een portemonnee (waarin een geldbedrag van ongeveer EUR 600));
-een I-pod en een I-phone;
toebehorende aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 4] welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4] gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens de woning aan de [adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning op een televisie;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben geroepen: "als je geen geld geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en /of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
- die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en geduwd;
-die [slachtoffer 5] meermalen hebben geslagen en geduwd;
2.
hij op 12 mei 2014 te Utrecht, tussen 00:30 en 00:41, in een woning gelegen aan de [adres] te Utrecht,
tezamen en in vereniging met anderen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van:
-een ketting met hanger, toebehorende aan voornoemde [slachtoffer 5] ,
welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens de woning aan de [adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "waar is het geld?";
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning op een televisie;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en /of [slachtoffer 5] hebben geroepen: "als je geen geld geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
3.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk de opsporingsambtenaren, aangeduid met de nummers 790441 en 768849 van het leven te beroven, tezamen en in vereniging met anderen, met dat opzet als volgt heeft gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
meermalen met vuurwapens geschoten in de richting van voornoemde opsporings-ambtenaren, die zich in de nabijheid van hem, verdachte en zijn mededaders bevonden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd voorafgegaan door strafbare feiten, althans enig strafbaar feit, te weten
-diefstal met geweld en bedreiging met geweld in vereniging;
-afpersing in vereniging;
-gijzeling in vereniging,
en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en aan de andere deelnemers straffeloosheid en/of het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
4.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, tezamen en in vereniging met anderen,
opzettelijk meer personen, genaamd [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (zijnde de kinderen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] )
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden,
met het oogmerk anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] te dwingen iets te doen of niet te doen,
te weten een hoeveelheid geld aan verdachte en/of zijn mededaders af te geven en/of aan te wijzen waar zich geld bevindt,
immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-onder bedreiging van vuurwapens die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3]
gedwongen te zitten op een bank in een woonkamer van hun woning;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, gebonden om de polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en [slachtoffer 3] ;
-die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] gedwongen mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] gezegd: "waar is het geld", "de kluis moet open", "ik schiet je kind dood" en/of "als jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
6. De strafbaarheid van het feit
Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar als
feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl
het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 3: medeplegen van poging tot doodslag, voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, meermalen gepleegd;
Feit 4: medeplegen van gijzeling, meermalen gepleegd.
Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.
7. De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.
8. Motivering van de straffen en maatregelen
8.1.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 15 jaar, met aftrek van voorarrest.
8.2.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integraal vrijspraak bepleit. De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
8.3.
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Uit de verklaringen van de slachtoffers volgt dat ieder van de overvallers een rol vervulde tijdens de overval.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een goed georganiseerde woningoverval op de familie [aangever 1] . Hierbij zijn verdachte en zijn mededaders zeer berekenend te werk gegaan, waarbij het gebruik van geweld niet werd geschuwd.
In de woning waren ten tijde van de overval naast het echtpaar [aangever 1] , ook de oma en 4 kinderen (tieners) aanwezig. Bij de overval werden de familieleden door vier in het zwart geklede, met bivakmutsen gemaskerde overvallers en onder dreiging van vuurwapens, gedwongen op een bank te zitten en werden hun handen bij elkaar gebonden met tie wraps. Eén van de overvallers heeft in de woning in de televisie geschoten. Daardoor heeft de familie al tijdens de overval beseft dat de daders echte en geladen vuurwapens hadden. Er werd gedreigd de ouders, maar ook de kinderen dood te schieten als er geen geld zou komen. Ook werd gedreigd de vader in brand te steken en om dat dreigement kracht bij te zetten, werd hij overgoten met een blauwe vloeistof. Ook hebben de daders het echtpaar [aangever 1] meermalen met een vuurwapen geslagen en de vader geschopt. Naast de andere slachtoffers is ook de jongste zoon van pas 10 jaar oud daar allemaal getuige van geweest.
Uit de aangifte van de heer [aangever 1] volgt dat hij heel veel pijn had, dat hij zich machteloos voelde en dat hij bang was dat het uit de hand zou lopen. Nadat de daders naar beneden liepen, hoorde het echtpaar schoten. Zij dachten dat uit wraak de andere kinderen, die nog beneden waren, werden doodgeschoten. Zij waren enorm bang.
Volwassen mensen en zeker (kleine) kinderen moeten zich veilig kunnen voelen in hun eigen woning. Dit gevoel is door verdachte en zijn mededaders ernstig geschaad.Het spreekt voor zich dat een op deze manier uitgevoerde overval voor de slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring moet zijn geweest. Hierbij heeft verdachte kennelijk in het geheel niet stilgestaan. Het heeft verdachte er in ieder geval niet van weerhouden om, ten koste van anderen, op deze manier snel aan geld te komen.
Het planmatige karakter van de overval, waarbij bivakmutsen zijn gedragen, vuurwapens zijn meegenomen om mee te dreigen en om eventuele beveiligers mee onder schot te houden, en tiewraps om de slachtoffers mee vast te binden en een vluchtauto die klaar stond, rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Deze mate van organisatiegraad, waarin in gezamenlijk verband, willens en wetens een buitengewoon gewelddadige overval is gepleegd, beschouwt de rechtbank als een strafverzwarende omstandigheid.
Twee van de overvallers hebben op de vlucht, met een Kalasjnikov en een machinepistool, gericht op twee politieagenten geschoten. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen of verdachte één van de schutters was; hij is in ieder geval als een medepleger voor het schieten verantwoordelijk te houden. Het is niet aan verdachte of zijn mededaders te danken dat daarbij geen slachtoffers zijn gevallen. De agenten, die hulp kwamen verlenen na een 112-melding, hebben in doodsangst verkeerd en zijn zeer onder de indruk geraakt van wat hen is overkomen. Het heeft een ingrijpende verandering bij hen teweeg gebracht in hoe zij in het leven en in het werk staan. Dit blijkt uit hun relaas van de gebeurtenissen zoals neergelegd in de aangiftes en slachtofferverklaringen. Verdachte en zijn mededaders hebben koste wat het kost willen vluchten, waarbij zij de agenten in een levensgevaarlijke situatie hebben gebracht. Zij hebben ook hier kennelijk in het geheel niet bij stilgestaan.
De ervaring leert dat in het algemeen slachtoffers van dit soort misdrijven daarvan nog langdurig nadelige lichamelijke en/of psychische gevolgen kunnen ondervinden. Ook voor buurtbewoners, collega-verbalisanten en anderen dan de direct betrokkenen moet deze gewapende overval en de daarop gevolgde schietpartij een diepe indruk hebben gemaakt en gevoelens van angst en onveiligheid te weeg hebben gebracht.
Met betrekking tot de persoon van de verdachte heeft de rechtbank acht geslagen op een verdachte betreffend uittreksel uit de justitiële documentatie d.d. 22 mei 2015, waaruit blijkt dat verdachte niet eerder voor soortgelijke delicten is veroordeeld. Verdachte heeft niet mee willen werken aan het opstellen van een reclasseringsadvies, zodat de rechtbank daarmee geen rekening kan houden.
Verdachte heeft ervoor gekozen om te zwijgen; hij heeft daarmee op geen enkele wijze verantwoording af willen leggen. Dit weegt de rechtbank in het nadeel van verdachte mee.
Gelet op de aard en de ernst van de door verdachte gepleegde misdrijven, waaronder een (poging tot) gekwalificeerd levensdelict waarop een maximumstraf van twintig jaar gevangenisstraf staat, komt slechts de oplegging van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur in aanmerking. De rechtbank heeft bij de hoogte van de gevangenisstraf rekening gehouden met de LOVS-oriëntatiepunten, met uitspraken in soortgelijke feiten en de jonge leeftijd van verdachte. In verband met deze factoren komt de rechtbank tot een lagere strafoplegging dan de eis van de officier van justitie. Alles afwegende acht de rechtbank in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 11 jaren passend en geboden.
9. Gevangenneming
De door de rechtbank bewezen verklaarde feiten betreffen misdrijven waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld. Aldus is voldaan aan artikel 67 Sv. Gelet op de beslissing van de rechtbank tot (in ieder geval gedeeltelijke) bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten zijn ook ernstige bezwaren, als bedoeld in artikel 67, derde lid, Sv tegen verdachte aanwezig. De ingevolge artikel 67a Sv benodigde grond voor de voorlopige hechtenis is gelegen in de omstandigheid dat het feiten betreft waarop een gevangenisstraf van minimaal 12 jaar is gesteld en de rechtsorde ernstig is geschokt door de bewezen verklaarde betrokkenheid van verdachte bij deze feiten. Gelet op het voorgaande, de ernst van de bewezenverklaarde feiten en de hierna opgelegde gevangenisstraf voor lange duur zal de rechtbank de gevangenneming bevelen.
10. Het beslag
Teruggave
Onder verdachte is het volgende voorwerp in beslag genomen:
- 1. telefoon HTC Desire HT
Dit voorwerp behoort aan verdachte toe. Nu er geen grond voor verbeurdverklaring of onttrekken aan het verkeer bestaat, zal de rechtbank de teruggave aan verdachte gelasten.
11. Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
De behandeling van de vordering van verbalisant 768849 levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3 bezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 4.000,--aan immateriële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
De rechtbank zal in het belang van de benadeelde partij, als extra waarborg voor betaling, de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opleggen, omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die het onder 3 bewezen geachte feit heeft toegebracht. De rechtbank waardeert deze op € 4.000,--, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.
De rechtbank acht de mededader(s) eveneens aansprakelijk voor de schade, zodat de vordering hoofdelijk zal worden toegewezen.
De behandeling van de vordering van verbalisant 790441 levert niet een onevenredige belasting van het strafgeding op.
Het is komen vast te staan dat de benadeelde partij als gevolg van het hiervoor onder 3 bewezen geachte feit rechtstreeks schade heeft geleden. De rechtbank waardeert deze op € 4.000,--aan immateriële schade. De vordering kan dan ook tot dat bedrag worden toegewezen, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.
Voorts zal verdachte worden veroordeeld in de kosten die de benadeelde partij heeft gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog zal maken.
De rechtbank zal in het belang van de benadeelde partij, als extra waarborg voor betaling, de schadevergoedingsmaatregel (artikel 36f Sr) aan verdachte opleggen, omdat verdachte jegens de benadeelde partij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die het onder 3 bewezen geachte feit heeft toegebracht. De rechtbank waardeert deze op € 4.000,--, te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente.
De rechtbank acht de mededader(s) eveneens aansprakelijk voor de schade, zodat de vordering hoofdelijk zal worden toegewezen.
12. Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
13. Beslissing
De rechtbank:
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1: diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 2: afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in een woning en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
Feit 3: medeplegen van poging tot doodslag, voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren, meermalen gepleegd;
Feit 4: medeplegen van gijzeling, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 11 (elf) jaren.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt de gevangenneming van verdachte. Het bevel is afzonderlijk geminuteerd.
Vordering benadeelde partij verbalisant 768849 (feit 3)
Wijst de vordering van verbalisant 768849 toe tot € 4.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd, aan de Staat € 4.000,-- te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 50 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Vordering benadeelde partij verbalisant 790441 (feit 3)
Wijst de vordering van verbalisant 790441 toe tot € 4.000,--, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 12 mei 2014 tot aan de dag van de algehele voldoening.
Veroordeelt verdachte tot betaling van het toegewezen bedrag aan de benadeelde partij voornoemd, behalve voor zover deze vordering al door of namens een ander is betaald.
Veroordeelt verdachte voorts in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Legt verdachte de verplichting op ten behoeve van de benadeelde partij voornoemd, aan de Staat € 4.000,-- te betalen, behalve voor zover dit bedrag al door of namens een ander is betaald, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis van 50 dagen. De toepassing van die hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Bepaalt dat, indien en voor zover verdachte aan een van de genoemde betalingsverplichtingen heeft voldaan, daarmee de andere is vervallen.
Beslag
Gelast de teruggave aan verdachte van:
- 1. telefoon HTC Desire HT
Dit vonnis is gewezen door
mr. J.F. Haeck, voorzitter,
mrs. H.A. Brouwer en K.J. Veenstra, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.M. Westerhout, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 23 juli 2015.
De griffier is buiten staat om dit vonnis mee te ondertekenen.
BIJLAGE: de tenlastelegging
Parketnummer 16/701315-14
1.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tussen 00:30 en 00:41, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, in een woning (gelegen aan de [adres] te Utrecht),
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
-een tas met inhoud (onder meer sleutels, een geldbedrag van ongeveer EUR 700
en/of een portemonnee (waarin een geldbedrag van ongeveer EUR 600));
-een I-pod en/of een I-phone;
in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5]
en/of [slachtoffer 4] in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn
mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van
geweld en/of bedreiging met geweld tegen voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] en/of
[slachtoffer 4] [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en aan andere deelnemers van voormeld misdrijf hetzij de vlucht
mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij,
verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, de woning aan
de [adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning (in de richting van/op een
televisie);
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben geroepen: "als je geen geld
geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen
mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als
jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind
dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
-die [slachtoffer 5] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tussen 00:30 en 00:41, in elk geval gedurende de voor de nachtrust bestemde
tijd, in een woning (gelegen aan de [adres] te Utrecht),
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
met het oogmerk om zich en/of anderen wederrechtelijk te bevoordelen,
door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de
afgifte van:
-een ketting met hanger;
in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan voornoemde
[slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en zijn
mededaders, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en)
dat hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-gewapend met vuurwapens, althans daarop gelijkende voorwerpen, de woning aan
de [adres] zijn binnengedrongen;
-vuurwapens hebben gericht op die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ;
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "waar is het geld?",
althans woorden van gelijke aard of strekking;
-hebben geschoten met een vuurwapen in de woning (in de richting van/op een
televisie);
-meermalen tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben geroepen: "als je geen geld
geeft dan maken we jullie dood", althans woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, hebben gebonden om de
polsen van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] onder bedreiging van vuurwapens hebben gedwongen
mee te lopen naar een kluis in een slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] hebben gezegd: "de kluis moet open", "als
jullie geen geld geven dan vermoorden we jullie" en/of "ik schiet je kind
dood", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
-die [slachtoffer 1] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
-die [slachtoffer 5] meermalen hebben geslagen, geschopt en/of geduwd;
art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met anderen, althans alleen, opzettelijk de
opsporingsambtena(a)r(en), in het onderzoek 09Rijk14 aangeduid met (de)
nummer(s) 790441 en/of 768849 van het leven te beroven, tezamen en in
vereniging met anderen, althans alleen, met dat opzet als volgt heeft
gehandeld, hebbende hij, verdachte en/of zijn mededaders:
meermalen met vuurwapens geschoten in de richting van voornoemde
opsporingsambtena(a)r(en), die zich in de (directe) nabijheid van hem,
verdachte en zijn mededaders bevonden,
zijnde de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet voltooid,
welke vorenomschreven poging doodslag werd vergezeld van en/of voorafgegaan
door strafbare feiten, althans enig strafbaar feit, te weten
-diefstal met geweld en/of bedreiging met geweld in vereniging;
-afpersing in vereniging;
-gijzeling in vereniging,
en welke poging doodslag werd gepleegd met het oogmerk om de uitvoering van
die feiten, althans dat feit, gemakkelijk te maken en/of om, bij betrapping
op heterdaad, aan zichzelf en aan de andere deelnemers straffeloosheid en/of
het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren;
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 287 Wetboek van Strafrecht
art 288 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op of omstreeks 12 mei 2014 te Utrecht, althans in het arrondissement
Midden-Nederland,
tezamen en in vereniging met anderen, althans alleen,
opzettelijk één of meer personen, genaamd [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] (zijnde de
kinderen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] )
wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden,
met het oogmerk anderen, te weten [slachtoffer 1] en [slachtoffer 5] te dwingen iets te doen
of niet te doen,
te weten een hoeveelheid geld aan verdachte en/of zijn mededaders af te geven
en/of aan te wijzen waar zich geld bevindt,
immers hebben hij, verdachte en/of zijn mededaders:
-onder bedreiging van vuurwapens die [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3]
gedwongen te zitten op een bank in een (woon)kamer van hun woning;
-tiewraps, althans op handboeien gelijkende voorwerpen, gebonden om de polsen
van voornoemde [slachtoffer 1] , [slachtoffer 5] , [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] ;
-die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] gedwongen mee te lopen naar een kluis in een
slaapkamer;
-tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 5] gezegd: "waar is het geld", "de kluis moet
open", "ik schiet je kind dood" en/of "als jullie geen geld geven dan
vermoorden we jullie", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of
strekking;
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 282a lid 1 Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 16/661945-14
1.
Primair
hij op of omstreeks 19 april 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 7] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet
(meermalen) (met kracht)
- die [slachtoffer 7] heeft geslagen en/of gestompt (tengevolge waarvan die [slachtoffer 7] op de grond is gevallen) en/of
- heeft getrapt en/of geschopt tegen het hoofd en/of de romp en/of het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 7] (terwijl die [slachtoffer 7] op de grond lag),
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 302 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 45 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair
hij op of omstreeks 19 april 2014 te Amsterdam met een ander of anderen, op of aan de openbare weg, de Korte Leidsedwarsstraat (ter hoogte van perceelnummer 35), in elk geval op of aan een openbare weg, openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 7] , welk geweld bestond uit het (meermalen) (met kracht)
- slaan en/of stompen van die [slachtoffer 7] (tengevolge waarvan die [slachtoffer 7] op de grond is gevallen) en/of
- trappen en/of schoppen tegen het hoofd en/of de romp en/of het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 7] (terwijl die [slachtoffer 7] op de grond lag);
art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Meer subsidiair
hij op of omstreeks 19 april 2014 te Amsterdam tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, [slachtoffer 7] heeft mishandeld, door die [slachtoffer 7] (meermalen) (met kracht)
- te slaan en/of te stompen tegen het lichaam (tengevolge waarvan die [slachtoffer 7] op de grond is gevallen) en/of
- te trappen en/of schoppen tegen het hoofd en/of de romp en/of het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 7] (terwijl die [slachtoffer 7] op de grond lag);
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op of omstreeks 19 april 2014 te Amsterdam , althans in het arrondissement Amsterdam ,
[slachtoffer 8] heeft mishandeld door (meermalen) (met kracht) tegen het/de be(e)n(en), althans het lichaam van die [slachtoffer 8] te trappen en/of te schoppen;
art 300 lid 1 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 19 april 2014 te Amsterdam , althans in het arrondissement Amsterdam , [slachtoffer 8] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, althans met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend
- een gevechtshouding aangenomen en/of
- op zijn borst geslagen en/of
- een snijdende beweging gemaakt met zijn (rechter)hand in de richting van die [slachtoffer 8] en/of
- een hek opgetild en in de richting van die [slachtoffer 8] gegooid, althans hiertoe aanstalten gemaakt en/of (daarbij) voornoemde [slachtoffer 8] dreigend de woorden toegevoegd: "wacht maar,
ik ga je dood schieten. Ik kom terug voor je" en/of "kom een tegen een", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
Voetnoten
Voetnoten Uitspraak 23‑07‑2015
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , tactisch dossier p. 300.
Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1] , tactisch dossier p. 308.
Idem, p. 309
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , tactisch dossier p. 301
Proces-verbaal van verhoor van aangever [slachtoffer 1] , tactisch dossier p. 309.
Idem, p. 310
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 1] , tactisch dossier p. 301
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , tactisch dossier p. 322
Idem, p. 323.
Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 5] , tactisch dossier p. 332
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , tactisch dossier p. 323
Idem, p. 324
Proces-verbaal van verhoor van aangeefster [slachtoffer 5] , tactisch dossier p. 334
Proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 5] , tactisch dossier p. 324
Idem, p. 325
Idem, p. 326
Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 5] -LI d.d. 14 mei 2014, tactisch dossier p. 366.
Proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 3] d.d. 14 mei 2014, tactisch dossier p. 373.
Proces-verbaal van verhoor van medeverdachte [medeverdachte] dd. 16 juli 2014, tactisch dossier p. 70.
Idem, p. 91.
Idem, p. 92.
Idem, p. 73.
Idem, p. 100.
Idem, p. 101.
Idem p. 72.
Idem, p. 109.
Idem, p. 112.
Idem, p, 73 en 101.
Idem, p. 73.
Idem, p. 74.
Idem, p. 75.
Idem p. 78.
Idem, p. 79.
Idem, p. 76.
Idem, p. 122
Proces-verbaal van verhoor van aangever verbalisant 790441, tactisch dossier p. 390
Idem, p. 391
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant 790441, tactisch dossier p. 395
Idem, p. 396
Proces-verbaal van verhoor van aangever verbalisant 790441, tactisch dossier p. 391
Proces-verbaal van verhoor van aangever verbalisant bekend onder nummer 768849, tactisch dossier p. 398.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant bekend onder nummer 768849, tactisch dossier p. 402.
Idem, p. 403.
Proces-verbaal van verhoor van aangever verbalisant bekend onder nummer 768849 d.d. 13 mei 2014, p. 399.
Idem p. 80.
Idem, p. 101
Idem, p. 81.
Idem, p. 134
Idem, p. 84.
Idem, p. 133.
Idem, p. 85.
Idem, p. 86.
Idem, p. 84.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 27 (plattegrond p. 23)
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 27 (plattegrond p. 23)
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 89 (plattegrond p. 23).
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 27 (plattegrond p. 23)
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier: foto p. 65 en plattegrond p. 23.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 27 (plattegrond p. 23)
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 89 (plattegrond p. 23).
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 27 (plattegrond p. 23).
Proces-verbaal samenvatting forensisch onderzoek, forensisch dossier p. 3.
Wapen en munitieonderzoek nav schietincident in Utrecht op 12 mei 2014, forensisch dossier p. 474 ev.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 32 (foto’s p. 36-38).
Wapen en munitieonderzoek nav schietincident in Utrecht op 12 mei 2014, forensisch dossier p. 477.
Idem, p. 224.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 110.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 31.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 30.
Wapen en munitieonderzoek nav schietincident in Utrecht op 12 mei 2014, forensisch dossier p. 482 en 483.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 30.
Wapen en munitieonderzoek nav schietincident in Utrecht op 12 mei 2014, forensisch dossier p. 482 en 483.
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 30 (foto’s p. 65).
Proces-verbaal sporenonderzoek, forensisch dossier p. 88 en 90 (foto p. 99).
Wapen en munitieonderzoek nav schietincident in Utrecht op 12 mei 2014, forensisch dossier p. 482 en 483.
Proces-verbaal Samenvatting forensisch onderzoek, forensisch dossier p. 3.
Proces-verbaal van bevindingen van verbalisant nr. 790441, p. 396.
PV sporenonderzoek, forensisch dossier p. 26
PV bevindingen, tactisch dossier p. 462
Proces-verbaal sporenonderzoek, p. 25 en p. 172.
NFI-rapport dd. 13 mei 2014, forensisch dossier p. 328.
PV bevindingen camerabeelden Mijdrecht 12 mei 2014, tactisch dossier p. 479.
Idem, p. 480.
Idem, p. 481.
Idem, p. 486.
Idem, p. 493.
Idem, p. 501.
Idem, p. 501-502.
Idem, p. 507.
Idem, p. 508.
Idem, p. 509.
Idem, p. 510.
Idem, p. 514
Idem, p. 515
Idem, p. 517
Idem, p. 648.
Idem, printlijsten p. 678 en 682.
Idem, p. 648 en 650 en printlijst p. 678.
Idem, p. 653 en printlijst p. 682.
Proces-verbaal bevindingen telecomanalyse, tactisch dossier, p. 651.
Idem, p. 651.
Idem, p. 651.
Idem, p. 664.
Idem, p. 652.
Idem, p. 653.
Idem, printlijst p. 678-679.
Idem, printlijst p. 683.
Idem, printlijst p. 679.
Idem, printlijst p. 638.
Idem, p. 751 (noot 12).
Idem, p. 669-672.
Idem, p. 654.
Idem, p. 651.
Proces-verbaal van verhoor van [D] bij de rechter-commissaris.
Proces-verbaal (bevindingen telecomanalyse), tactisch dossier p. 651.Idem, bijlage 6.3 en 6.4, p. 689-691.
Idem, p. 652.
Proces-verbaal (bevindingen telecomanalyse), tactisch dossier p. 652 en bijlage 5.4 p. 679 en 680.
Idem, p. 652 en bijlage 5.4 p. 679 en 680.
Proces-verbaal herkenning [verdachte] nav Whatsapp profiel foto, p. 725.
Idem, p. 653.
Idem, p. 653
Proces-verbaal stemherkenning identificatie [verdachte] , tactisch dossier p. 720.
Idem, p. 721.
Proces-verbaal stemherkenning [D] , tactisch dossier p. 729.
Idem, p. 730.
PV bevindingen (Onderzoek taxibedrijf [naam] en identiteit taxichauffeur), tactisch dossier p. 732.
Idem, p. 732.
Idem, p. 733.