Einde inhoudsopgave
Kadasterwet BES
Artikel 27
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
08-04-2020, Stb. 2020, 149 (uitgifte: 22-05-2020, kamerstukken: 35109)
- Inwerkingtreding
01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-11-2020, Stb. 2020, 487 (uitgifte: 02-12-2020, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Goederenrecht / Algemeen
Vastgoedrecht (V)
1.
Indien het in te schrijven feit betrekking heeft op een in de registratie voor schepen te boek staand privéschip of op een recht waaraan een zodanige zaak is onderworpen, bevat het ter inschrijving aangeboden stuk:
- a.
de naam van het privéschip met vermelding van het gebruik waartoe het is bestemd, en de bruto-inhoud of het bruto-tonnage van het privéschip;
- b.
het type en de inrichting van het privéschip, het materiaal waarvan de romp is gemaakt, jaar en plaats van de bouw, en, voor zover het een privéschip met een mechanische voortstuwing betreft, ook al betreft het slechts een hulpmotor, het aantal motoren, het type, vermogen en de fabrikant van elke motor, alsmede het fabrieksnummer daarvan met aanduiding van de plaats waar dit nummer is aangebracht;
- c.
het nummer waaronder de inschrijving van het verzoek tot teboekstelling van het privéschip in het desbetreffende register is geschied, de door de Kadasters vastgestelde afkorting van een privéschip ter onderscheiding van andere schepen dan privéschepen, de aanduiding van het kantoor waar de teboekstelling is geschied, en het jaar van teboekstelling, welke gegevens tezamen in genoemde volgorde het brandmerk van het privéschip vormen.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op ter inschrijving aangeboden rechterlijke uitspraken. Deze stukken kunnen, onverminderd andere vereisten gesteld bij of krachtens de wet, echter slechts worden ingeschreven, indien en voor zover de identiteit van het desbetreffende privéschip voldoende vaststaat.
3.
In afwijking van het eerste lid kan worden volstaan met het vermelden van de naam van het privéschip en de in het eerste lid, onder c, genoemde gegevens in het ter inschrijving aangeboden stuk, indien dat stuk betreft:
- a.
de doorhaling van de teboekstelling van een schip, bedoeld in artikel 195, eerste lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES;
- b.
de aangifte van de eigenaar inhoudende dat het privéschip een wijziging heeft ondergaan waardoor de beschrijving van het privéschip in de registratie voor privéschip niet meer aan de werkelijkheid beantwoordt;
- c.
een afwijkend beding als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek BES, of
- d.
de verandering van een door de eigenaar van een privéschip in een ingeschreven stuk gekozen woonplaats.
4.
Het derde lid, aanhef, is van overeenkomstige toepassing op de inschrijving van stukken als bedoeld in de artikelen 38, eerste lid, 44, eerste lid, en 45.