Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF)
Artikel 15 Comité van beheer
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2006
- Redactionele toelichting
Deze versie is nog niet voor alle partijen in werking getreden. Zie voor de partijgegevens het Protocol van 03-06-1999, Trb. 2002, 25.
- Bronpublicatie:
03-06-1999, Trb. 2002, 25 (uitgifte: 05-02-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-07-2006
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-08-2006, Trb. 2006, 174 (uitgifte: 11-08-2006, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
§ 1.
Het Comité van Beheer bestaat uit een derde van de Lidstaten.
§ 2.
De leden van het Comité en een plaatsvervangend lid voor ieder van hen, alsook de Lidstaat die voorzitter is, worden benoemd voor een periode van drie jaar. De samenstelling van het Comité wordt voor iedere periode vastgesteld, waarbij met name rekening wordt gehouden met een billijke geografische verdeling. Een plaatsvervangend lid dat gedurende een periode lid van het Comité is geworden, moet voor de volgende periode als lid van het Comité worden benoemd.
§ 3.
In geval zich een vacature voordoet, het stemrecht van een lid is geschorst of in geval van afwezigheid van een lid bij twee opvolgende zittingen van het Comité, zonder dat het zich overeenkomstig § 6 laat vertegenwoordigen door een ander lid, vervult het door de Algemene Vergadering benoemde plaatsvervangend lid zijn functie voor de rest van de periode.
§ 4.
Afgezien van het in § 3 bedoelde geval kan geen enkele Lidstaat voor meer dan twee achtereenvolgende volledige perioden deel uitmaken van het Comité.
§ 5.
Het Comité
- a.
stelt zijn huishoudelijk reglement op;
- b.
sluit de zetelovereenkomst;
- c.
stelt het statuut van het personeel van de Organisatie op;
- d.
benoemt, rekening houdend met de bekwaamheid van de kandidaten en met een billijke geografische verdeling, de hooggeplaatste functionarissen van de Organisatie;
- e.
stelt een reglement op betreffende de financiën en de boekhouding van de Organisatie;
- f.
keurt het werkprogramma, de begroting, het verslag en de rekeningen van de Organisatie goed;
- g.
stelt op basis van de goedgekeurde rekeningen de door de Lidstaten overeenkomstig artikel 26 verschuldigde definitieve bijdrage vast voor de afgelopen twee kalenderjaren, alsook de hoogte van het door de Lidstaten overeenkomstig artikel 26, § 5 voor het lopende jaar en voor het volgende kalenderjaar verschuldigde voorschot;
- h.
bepaalt de taken van de Organisatie die betrekking hebben op alle Lidstaten of slechts enkele Lidstaten, alsook de dientengevolge door deze Lidstaten te dragen uitgaven (artikel 26, § 4);
- i.
stelt de hoogte van de specifieke vergoedingen vast (artikel 26, § 11);
- j.
geeft bijzondere richtlijnen betreffende de controle van de boekhouding (artikel 27, § 1);
- k.
keurt goed dat de Organisatie administratieve taken op zich neemt (artikel 4, § 3) en stelt de door de betrokken Lidstaat verschuldigde specifieke bijdrage vast;
- l.
deelt aan de Lidstaten het verslag, de rekeningen alsmede zijn besluiten en aanbevelingen mede;
- m.
stelt een verslag op over zijn werkzaamheden, evenals voorstellen inzake zijn nieuwe samenstelling en deelt deze stukken, met het oog op de Algemene Vergadering die een besluit moet nemen omtrent zijn samenstelling (artikel 14, § 2, onder b), uiterlijk twee maanden voor de opening van de zitting aan de Lidstaten mede;
- n.
controleert het beheer van de Secretaris-Generaal;
- o.
ziet toe op de juiste toepassing van het Verdrag door de Secretaris-Generaal alsmede op de uitvoering door de Secretaris-Generaal van de door de overige organen genomen besluiten; hiertoe kan het Comité alle nodige maatregelen nemen voor de verbetering van de toepassing van het Verdrag en van de bovengenoemde besluiten;
- p.
geeft met redenen omklede adviezen over vraagstukken die van belang kunnen zijn voor de werkzaamheden van de Organisatie en die het Comité worden voorgelegd door een Lidstaat of door de Secretaris-Generaal;
- q.
beslecht geschillen tussen een Lidstaat en de Secretaris-Generaal met betrekking tot zijn functie als depositaris (artikel 36, § 2);
- r.
besluit over verzoeken om schorsing van het lidmaatschap (artikel 40).
§ 6.
Het quorum van het Comité wordt bereikt wanneer twee derde van de leden hierin is vertegenwoordigd. Een Lidstaat kan zich laten vertegenwoordigen door een andere Lidstaat; een lid kan evenwel niet meer dan één ander lid vertegenwoordigen.
§ 7.
De besluiten van het Comité worden genomen met meerderheid van de bij de stemming vertegenwoordigde leden.
§ 8.
Het Comité komt, tenzij het anders besluit, bijeen op de plaats waar de zetel van de Organisatie is gevestigd. De notulen van de zittingen worden aan alle Lidstaten gezonden.
§ 9.
De voorzitter van het Comité:
- a.
roept het Comité ten minste eenmaal per jaar bijeen, alsook op verzoek van hetzij vier van zijn leden, hetzij van de Secretaris-Generaal;
- b.
doet de leden van het Comité de ontwerp-agenda toekomen;
- c.
behandelt, binnen de grenzen en onder de voorwaarden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van het Comité, spoedeisende vraagstukken die zich in de periode tussen de zittingen voordoen;
- d.
ondertekent de in § 5, onder b bedoelde zetelovereenkomst.
§ 10.
Het Comité kan, binnen zijn eigen bevoegdheden, de voorzitter opdragen bepaalde specifieke taken uit te voeren.