Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 9.7
Geldend
Geldend vanaf 27-08-2024
- Bronpublicatie:
22-08-2024, Stcrt. 2024, 27562 (uitgifte: 26-08-2024, regelingnummer: ACM/UIT/626951)
- Inwerkingtreding
27-08-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2024, Stcrt. 2024, 27562 (uitgifte: 26-08-2024, regelingnummer: ACM/UIT/626951)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
Indien de netbeheerder op grond van artikel 9.4, eerste lid, voorziet dat met inachtneming van artikel 16, eerste lid, onderdeel b, van de Elektriciteitswet 1998, in een net de beschikbare transportcapaciteit, als bedoeld in artikel 9.5, vierde lid, ontoereikend is en er geen sprake is van een verzoek om het doen van een aanbod voor het uitvoeren van transport maar van groei binnen de tussen de aangeslotenen en de netbeheerder overeengekomen capaciteit van de aansluitingen, of wanneer binnen een congestiegebied de marktomstandigheden veranderen, onderzoekt de netbeheerder de mogelijkheden om op korte termijn de benodigde transportcapaciteit en de aanwezige transportcapaciteit met elkaar in overeenstemming te brengen. De netbeheerder onderzoekt daartoe:
- a.
de mogelijkheid om door middel van technische maatregelen anders dan netverzwaring de beschikbare transportcapaciteit te vergroten;
- b.
de mogelijkheid overeenkomstig artikel 9.1, eerste lid, het optreden van fysieke congestie op te lossen;
- c.
volgens de procedure van de artikelen 9.9 tot en met 9.11, de mogelijkheid om congestiemanagement overeenkomstig paragraaf 9.9 en 9.10 toe te passen;
- d.
2.
Indien uit het onderzoek als bedoeld in het eerste lid blijkt dat het met één of meer van de genoemde mogelijkheden lukt de benodigde transportcapaciteit in overeenstemming te brengen met de aanwezige transportcapaciteit, voert de netbeheerder dit zo snel mogelijk uit.
3.
Indien uit het in het eerste lid bedoelde onderzoek blijkt dat er op korte termijn geen of onvoldoende mogelijkheid is om de benodigde transportcapaciteit in overeenstemming te brengen met de aanwezige transportcapaciteit, past de netbeheerder de procedure overeenkomstig de paragrafen 9.9 en 9.11 toe om de benodigde transportcapaciteit te verlagen.
4.
Wanneer binnen een congestiegebied de marktomstandigheden veranderen, als bedoeld in het eerste lid, door een wijziging in het beschikbare aanbod van flexibiliteitsdiensten als bedoeld in artikel 9.31, eerste lid, onderzoekt de netbeheerder of in het congestiegebied aan artikel 13, derde lid, onder c of d, van Verordening (EU) 2019/943 wordt voldaan en gaat de netbeheerder indien mogelijk over tot de toepassing van congestiemanagement overeenkomstig paragrafen 9.9 en 9.10.