Einde inhoudsopgave
Verordening (EG) Nr. 1406/2002 tot oprichting van een Europees Agentschap voor maritieme veiligheid
Artikel 2 bis Neventaken van het Agentschap
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2013
- Bronpublicatie:
15-01-2013, PbEU 2013, L 39 (uitgifte: 09-02-2013, regelingnummer: 100/2013)
- Inwerkingtreding
01-03-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-01-2013, PbEU 2013, L 39 (uitgifte: 09-02-2013, regelingnummer: 100/2013)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Douane (V)
1.
Onverminderd de in artikel 2 omschreven kerntaken staat het Agentschap de Commissie respectievelijk de lidstaten bij in het ontwikkelen en uitvoeren van de in de leden 2 en 3 van dit artikel met betrekking tot de doelen van het Agentschap omschreven activiteiten van de Unie, zulks in de mate waarin het Agentschap beschikt over beproefde en erkende deskundigheid ter zake. De in dit artikel omschreven bijkomende taken van het Agentschap:
- a)
leveren een aangetoonde toegevoegde waarde op;
- b)
worden uitgevoerd zonder dat dit tot dubbel werk leidt;
- c)
zijn in het belang van het zeevervoerbeleid van de Unie;
- d)
gaan niet ten koste van de kerntaken van het Agentschap, en
- e)
maken geen inbreuk op de rechten en plichten van de lidstaten, in het bijzonder als vlaggenstaten, havenstaten en kuststaten.
2.
Het Agentschap ondersteunt de Commissie:
- a)
bij de uitvoering van Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad (Kaderrichtlijn mariene strategie) 1., door bij te dragen tot de doelstelling van een goede milieutoestand van de zeewateren voor elementen die verband houden met de scheepvaart en gebruikmakend van de resultaten van bestaande instrumenten zoals SafeSeaNet en CleanSeaNet;
- b)
door technische bijstand te verstrekken met betrekking tot broeikasgasemissies vanaf schepen, in het bijzonder door de actuele internationale ontwikkelingen te volgen;
- c)
bij het, wat het programma voor de wereldwijde monitoring voor milieu en veiligheid (GMES) betreft, binnen het beheerskader van GMES bevorderen dat de data en diensten van GMES voor maritieme doeleinden worden gebruikt;
- d)
bij het ontwikkelen van een gemeenschappelijke gegevensuitwisselingsstructuur voor het maritieme gebied van de EU;
- e)
met betrekking tot mobiele offshore-olie- en gasinstallaties, het onderzoeken van de eisen van de IMO en het verzamelen van basisinformatie over mogelijke bedreigingen voor het zeevervoer en het mariene milieu;
- f)
door informatie te verstrekken met betrekking tot classificatiebureaus voor binnenvaartschepen, overeenkomstig Richtlijn 2006/87/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 12 december 2006 tot vaststelling van technische voorschriften voor binnenschepen 2.. Die informatie moet ook worden opgenomen in de verslagen als bedoeld in artikel 3, leden 4 en 5, van deze verordening.
3.
Het Agentschap verleent bijstand aan de Commissie en de lidstaten:
- a)
bij het onderzoeken van de haalbaarheid en de uitvoering van het beleid en de projecten die de totstandbrenging van een Europese zeevervoersruimte zonder grenzen ondersteunen, zoals het concept van de blauwe gordel en e-Maritime, evenals de snelwegen op zee. Dit gebeurt met name door de mogelijkheid van extra functies voor SafeSeaNet te onderzoeken, met inachtneming van de rol van de overeenkomstig Richtlijn 2002/59/EG ingestelde stuurgroep op hoog niveau;
- b)
door samen met de autoriteiten die bevoegd zijn voor het River Information Services System de mogelijkheid te verkennen van het delen van informatie tussen dit systeem en de informatiesystemen voor het zeevervoer, op basis van het verslag als bedoeld in artikel 15 van Richtlijn 2010/65/EU;
- c)
door de vrijwillige uitwisseling van goede praktijken op het vlak van onderwijs en opleiding op maritiem gebied in de Unie te bevorderen, en door informatie te verstrekken over uitwisselingsprogramma's van de Unie met betrekking tot maritieme opleidingen, met volledige inachtneming van artikel 166 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU).