RvdW 2014/106
Oogmerk wederrechtelijke toe-eigening i.v.m. innen vordering op slachtoffer.
HR 26-11-2013, ECLI:NL:HR:2013:1426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
26 november 2013
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu
- Zaaknummer
13/01424
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 26‑11‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1374, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑10‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2013
- Wetingang
Art. 310 Sr
Essentie
De verdachte, die fotoalbums, administratie en andere persoonlijke bescheiden had weggenomen uit de door hem verhuurde woning en daarover als heer en meester beschikte, handelde met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening. Daaraan doet niet af dat hij daarmee de bedoeling had het slachtoffer te bewegen tot nakoming van een op hem rustende verplichting (het inlossen van een huurschuld).
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 16 november 2012, nummer 22/000829-12, in de strafzaak tegen: J. Adv. mr. B.P. de Boer, te Amsterdam.