NJ 2017/246
Slagende bewijsklacht medeplegen winkeldiefstal.
HR 07-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:371, m.nt. N. Rozemond
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
16/01243
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Noot
N. Rozemond
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS124361:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:371, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:118, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 13‑05‑2016
- Wetingang
Art. 47, 311 Sr; art. 359 lid 1 en 3 Sv
Essentie
Medeplegen van winkeldiefstal door middel van geprepareerde tassen ontoereikend gemotiveerd. Afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid, meer in het bijzonder met het oog op gevallen waarin het medeplegen niet bestaat in een gezamenlijke uitvoering.
Het hof heeft bij zijn oordeel dat sprake is van medeplegen van drie winkeldiefstallen slechts in aanmerking genomen dat verdachte als bestuurder is opgetreden van de auto waarmee de mededaders zijn afgezet om met geprepareerde tassen het winkelgebied in te gaan om winkeldiefstallen te plegen en waarmee de mededaders vervolgens met de geprepareerde tassen en alle gestolen goederen weer van het winkelgebied zijn weggereden. Nu ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.