JAR 2014/15
Geen sprake van kennelijk onredelijk ontslag nu werkgever voldoende feiten heeft gesteld ter onderbouwing van het ontslag.
HR 06-12-2013, ECLI:NL:HR:2013:1631
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
6 december 2013
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak
- Zaaknummer
13/04235
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2013:1631, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 06‑12‑2013
ECLI:NL:PHR:2013:1149, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2013
- Wetingang
Art. 7:681 BW
Essentie
Vanwege een reorganisatie is er een Sociaal Plan vastgesteld waarin in eerste instantie een aantal werknemers vrijwillig moeten afvloeien en in tweede instantie een aantal gedwongen ontslagen zullen vallen. Werknemer is om bedrijfseconomische redenen ontslag aangezegd en gaat hiertegen tevergeefs in beroep. Werknemer stelt dat het ontslag kennelijk onredelijk is en vordert schadevergoeding.
HR: De kantonrechter heeft het gevorderde toegewezen. Maar het Hof oordeelt dat het ontslagbesluit niet van toepassing is en dat het besluit slechts dient om er criteria als leeftijd diensttijd aan te ontlenen. De werkgever heeft grote beleidsvrijheid bij het invullen van vacatures en de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.