Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2019/712 inzake de bescherming van de mededinging in de luchtvaart en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 868/2004
Artikel 8 Vertrouwelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2019
- Bronpublicatie:
17-04-2019, PbEU 2019, L 123 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/712)
- Inwerkingtreding
30-05-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-04-2019, PbEU 2019, L 123 (uitgifte: 10-05-2019, regelingnummer: 2019/712)
- Vakgebied(en)
Mededingingsrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Vervoersrecht / Luchtvervoer
1.
Indien daarvoor geldige redenen worden opgegeven, behandelt de Commissie vertrouwelijke informatie als dusdanig, met inbegrip van maar niet beperkt tot informatie die, wanneer ze zou worden bekendgemaakt, een aanzienlijk concurrentievoordeel zou opleveren voor een concurrent of een aanzienlijk nadeel zou hebben voor de persoon die de informatie verstrekt of de persoon van wie de persoon die de informatie verstrekt, deze heeft verkregen, of die door partijen bij een onderzoek op vertrouwelijke basis wordt verstrekt.
2.
Belanghebbenden die vertrouwelijke informatie verstrekken, dienen daarvan een niet-vertrouwelijke samenvatting toe te zenden. Die samenvatting moet voldoende gedetailleerd zijn om een redelijk inzicht te verschaffen in de wezenlijke inhoud van de in vertrouwen verstrekte informatie. In buitengewone omstandigheden kunnen belanghebbenden aangeven dat de vertrouwelijke informatie niet mag worden samengevat. In dergelijke uitzonderlijke omstandigheden worden de redenen aangegeven waarom een samenvatting niet mogelijk is.
3.
De op grond van deze verordening verkregen informatie wordt uitsluitend gebruikt voor het doel waarvoor zij werd gevraagd. Dit lid sluit niet uit dat informatie die in het kader van een onderzoek is ontvangen, wordt gebruikt voor het inleiden van een ander onderzoek overeenkomstig deze verordening.
4.
De Commissie noch de lidstaten, met inbegrip van hun respectieve functionarissen, maken de op grond van deze verordening verkregen informatie die een vertrouwelijk karakter heeft of door een bij een onderzoek betrokken partij op vertrouwelijke basis is verstrekt, bekend, tenzij de partij die de informatie heeft verstrekt daarvoor uitdrukkelijk toestemming geeft. Informatie die tussen de Commissie en de lidstaten wordt uitgewisseld of interne documenten die door de autoriteiten van de Unie of van de lidstaten zijn opgesteld, worden, behalve wanneer in deze verordening anders is bepaald, niet bekendgemaakt.
5.
Wanneer blijkt dat een verzoek om vertrouwelijke behandeling niet gerechtvaardigd is en degene die de informatie heeft verstrekt deze niet openbaar wil maken, noch machtiging wil geven tot bekendmaking ervan, in haar geheel of samengevat, kan deze informatie buiten beschouwing worden gelaten.
6.
Dit artikel vormt geen beletsel voor de bekendmaking van algemene informatie door de autoriteiten van de Unie en, in het bijzonder, van de motivering van besluiten die op grond van deze verordening zijn genomen of voor de bekendmaking van de bewijzen waarop de autoriteiten van de Unie steunen, voor zover het noodzakelijk is deze motivering in gerechtelijke procedures toe te lichten. Bij die bekendmaking moet rekening worden gehouden met het rechtmatige belang van de betrokkenen bij een vertrouwelijke behandeling van hun zaken- of overheidsgeheimen.
7.
De lidstaten nemen alle nodige en passende maatregelen ter waarborging van de vertrouwelijkheid van de informatie die relevant is voor de toepassing van deze verordening en mits zij in overeenstemming zijn met de voorwaarden daarvan.