Einde inhoudsopgave
Voorstel van wet houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)
Artikel 5.44 (bevoegd gezag voor het projectbesluit)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Voor het uitvoeren van een project en het in werking hebben of in stand houden daarvan kan een projectbesluit worden vastgesteld. Een projectbesluit wordt vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap, gedeputeerde staten, Onze Minister of Onze Minister die het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister.
2.
Bij het vaststellen van een projectbesluit door gedeputeerde staten, Onze Minister of Onze Minister die het aangaat, worden de grenzen van artikel 2.3 in acht genomen.
3.
Het dagelijks bestuur van het waterschap kan een projectbesluit alleen vaststellen met het oog op de taken, bedoeld in artikel 2.17, eerste lid, aanhef en onder a.
4.
Gedeputeerde staten van de provincie waar het project in hoofdzaak wordt uitgevoerd, zijn bevoegd om het projectbesluit vast te stellen.
5.
Als Onze Minister of Onze Minister die het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister, en gedeputeerde staten van een of meer provincies gezamenlijk een project willen uitvoeren, is Onze Minister of Onze Minister die het aangaat, in overeenstemming met Onze Minister, bevoegd om het projectbesluit vast te stellen.
6.
Onze Minister die het aangaat kan, in overeenstemming met Onze Minister, in afwijking van het eerste of vijfde lid bepalen dat Onze Minister die het aangaat bevoegd is om het projectbesluit vast te stellen.