Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/1058 inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling en het Cohesiefonds
Artikel 5 Toepassingsgebied van de EFRO-steun
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1058)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2021, PbEU 2021, L 231 (uitgifte: 30-06-2021, regelingnummer: 2021/1058)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Financiering
Milieurecht / Algemeen
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Sociale zekerheid algemeen / Bijzondere onderwerpen
1.
Het EFRO ondersteunt:
- a)
investeringen in infrastructuur;
- b)
activiteiten voor toegepast onderzoek en innovatie, met inbegrip van industrieel onderzoek, experimentele ontwikkeling en haalbaarheidsstudies;
- c)
investeringen in toegang tot diensten;
- d)
productieve investeringen in kmo's en investeringen gericht op het behoud van bestaande en het creëren van nieuwe banen;
- e)
apparatuur, software en immateriële activa;
- f)
netwerken, samenwerking, uitwisseling van ervaringen en activiteiten waarbij innovatieclusters betrokken zijn, onder meer tussen bedrijven, onderzoeksorganisaties en overheidsinstanties;
- g)
informatie, communicatie en studies, en
- h)
technische bijstand.
2.
Er kan steun worden verstrekt voor productieve investeringen in bedrijven die geen kmo's zijn, en wel:
- a)
wanneer deze voorzien in samenwerking met kmo's op het gebied van onderzoeks- en innovatieactiviteiten die worden ondersteund op grond van artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), i);
- b)
wanneer er hoofdzakelijk steun wordt verstrekt voor maatregelen ten behoeve van energie-efficiëntie en hernieuwbare energie als bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt b, i) en ii);
- c)
wanneer zij worden gedaan in kleine midcap- en midcap-ondernemingen in de zin van artikel 2, punten 6 en 7, van Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad (1) door middel van financiële instrumenten, of
- d)
wanneer zij worden gedaan in kleine midcap-ondernemingen voor onderzoeks- en innovatieactiviteiten die worden ondersteund op grond van artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), i).
3.
Om bij te dragen aan de verwezenlijking van de specifieke doelstelling in het kader van BD 1 bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt a), iv), verstrekt het EFRO tevens steun voor activiteiten in het kader van opleidingen, een leven lang leren, omscholing en onderwijs.
4.
Om bij te dragen aan de verwezenlijking van de specifieke doelstelling in het kader van BD 2 bedoeld in artikel 3, lid 1, eerste alinea, punt b), iv), en aan de specifieke doelstelling in het kader van BD 4 bedoeld in punt d), v), van die alinea verstrekt het EFRO tevens steun voor de aankoop van goederen die nodig zijn om de gezondheidsstelsels veerkrachtiger en rampbestendiger te maken.
5.
In het kader van Interreg kan het EFRO ook steun verlenen voor:
- a)
gedeeld gebruik van voorzieningen en personele middelen, en
- b)
het begeleiden van zachte investeringen en andere activiteiten in verband met BD 4 in het kader van het Europees Sociaal Fonds Plus als beschreven in Verordening (EU) 2021/1057.
6.
Het EFRO kan de financiering van bedrijfskapitaal in kmo's ondersteunen in de vorm van subsidies, indien strikt noodzakelijk als tijdelijke maatregel om te reageren op uitzonderlijke of ongewone omstandigheden als bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2021/1060.
7.
Indien de Commissie op verzoek van de betrokken lidstaten vaststelt dat aan de in lid 6 vastgelegde vereisten is voldaan, stelt zij een uitvoeringsbesluit vast tot nadere bepaling van de periode waarin de tijdelijke aanvullende steun uit het EFRO is toegestaan.
8.
De Commissie houdt het Europees Parlement en de Raad op de hoogte van de uitvoering van lid 6 en beoordeelt of de tijdelijke aanvullende steun uit het EFRO volstaat om het gebruik van het fonds in reactie op de uitzonderlijke of ongewone omstandigheden te vergemakkelijken. Op basis van haar beoordeling doet de Commissie, indien dit wenselijk wordt geacht, voorstellen tot wijziging van deze verordening, met inbegrip van de vereisten inzake thematische concentratie in artikel 4.
9.
Het Europees Parlement of de Raad kan de Commissie uitnodigen voor een gestructureerde dialoog over de toepassing van de leden 6, 7 en 8 van dit artikel overeenkomstig artikel 20, lid 3, van Verordening (EU) 2021/1060.
Voetnoten
Verordening (EU) 2015/1017 van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2015 betreffende het Europees Fonds voor strategische investeringen, de Europese investeringsadvieshub en het Europese investeringsprojectenportaal en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1291/2013 en (EU) nr. 1316/2013 — Het Europees Fonds voor strategische investeringen (PB L 169 van 1.7.2015, blz. 1).