NJ 2017/402
Geen gijzeling maar opzettelijke vrijheidsberoving.
HR 03-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2536
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
3 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01128
- Conclusie
A-G mr. W.H. Vellinga
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS154326:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2536, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 03‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:1003, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑07‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 12‑01‑2017
- Wetingang
Art. 282 lid 1, art. 282a lid 1 Sr
Essentie
Geen gijzeling maar opzettelijke vrijheidsberoving.
De dader van het in art. 282a Sr omschreven feit is slechts strafbaar indien hij handelt met het oogmerk een ander dan de gijzelaar te dwingen iets te doen of niet te doen. Wanneer de wederrechtelijke vrijheidsberoving strekt tot het dwingen van de gijzelaar zelf en niet van een derde om iets te doen of niet te doen, is geen sprake van gijzeling zoals bedoeld in art. 282a Sr. Het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat het bewezenverklaarde gijzeling opleverde. De HR verbetert de kwalificatie in medeplegen van opzettelijke wederrechtelijke vrijheidsberoving ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.