RvdW 2014/406
Internationaal privaatrecht. Internationale bevoegdheid ter zake verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing; art. 8 lid 1 Brussel II-bis; peildatum; nader onderzoek naar kinderontvoering in zin art. 10 Brussel II-bis; verwijzing door Nederlandse naar Duitse rechter in zin art. 15 Brussel II-bis?
HR 28-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:443
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 februari 2014
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/04528
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Europees personen- en familierecht
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:443, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:5, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑09‑2013
- Wetingang
Art. 8, 10, 15 EG-Verordening Brussel II-bis
Essentie
Internationaal privaatrecht. Internationale bevoegdheid ter zake verlenging ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing; art. 8 lid 1 Brussel II-bis; peildatum; nader onderzoek naar kinderontvoering in zin art. 10 Brussel II-bis; verwijzing door Nederlandse naar Duitse rechter in zin art. 15 Brussel II-bis?
De procedure tot verlenging van de eerder uitgesproken kinderbeschermingsmaatregelen (ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing) is een zelfstandig geding dat met een nieuw verzoekschrift is ingeleid en ten aanzien waarvan de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter zelfstandig moet worden beoordeeld aan de hand van het bepaalde in Verordening (EG) nr. 2201/2003 (Brussel II-bis). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.