Einde inhoudsopgave
Wet tot instelling gemeenten Almere en Zeewolde
Artikel 5
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1984
- Bronpublicatie:
06-07-1983, Stb. 1983, 328 (uitgifte: 14-07-1983, kamerstukken: 17785 )
- Inwerkingtreding
01-01-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-1983, Stb. 1983, 339 (uitgifte: 01-01-1983, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
De op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor de in artikel 2, eerste en tweede lid, omschreven gebieden van het openbaar lichaam geldende voorschriften van de Landdrost worden met ingang van genoemde datum geacht te zijn vastgesteld door het bevoegde gezag van de gemeente Almere onderscheidenlijk Zeewolde; zij behouden hun rechtskracht voor zover dit gezag niet anders bepaalt.
2.
De voorschriften van de gemeente Muiden en van de provincie Noord-Holland die op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, gelden voor van deze gemeente en deze provincie naar de gemeente Almere overgaand gebied, komen op genoemde datum voor dat gebied te vervallen. Met ingang van die datum gelden voor dat gebied de in het eerste lid bedoelde voorschriften.
3.
De voorschriften van de gemeente Lelystad die op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, gelden voor van deze gemeente naar de gemeente Zeewolde overgaand gebied, komen op genoemde datum voor dat gebied te vervallen. Met ingang van die datum gelden voor dat gebied de voor het openbaar lichaam van kracht zijnde voorschriften van de Landdrost.
4.
Voor de krachtens artikel 3 van het openbaar lichaam overgaande gebieden komen de op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, geldende voorschriften op genoemde datum te vervallen. Met ingang van die datum gelden voor die gebieden de van kracht zijnde voorschriften van de gemeenten en provincies waaraan zij onderscheidenlijk zijn toegevoegd.
5.
In afwijking van het bepaalde in het voorgaande lid behouden de op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, voor naar de gemeente Naarden overgaand gebied geldende voorschriften van de Landdrost gedurende twee jaren na die datum voor dat gebied hun rechtskracht, voor zover het bevoegde gezag van de gemeente Naarden deze voorschriften niet eerder vervallen verklaart.
6.
De op de dag, voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet, in de gemeente Naarden van kracht zijnde gemeentelijke voorschriften gelden gedurende twee jaren na die datum niet voor aan die gemeente toegevoegd gebied, voor zover het bevoegde gezag van die gemeente deze voorschriften niet eerder voor dat gebied geldend verklaart.
7.
Indien het bevoegde gezag van de gemeente Naarden vóór afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn een voor deze gemeente geldend voorschrift voor het toegevoegde gebied geldend verklaart, treedt het daartoe strekkende besluit niet in werking voordat het gemeentebestuur dit op de gebruikelijke wijze bekend heeft gemaakt. Op gelijke wijze maakt het gemeentebestuur tijdig vóór afloop van de in het vorige lid bedoelde termijn bekend welke overige voor deze gemeente geldende voorschriften na afloop van die termijn voor het toegevoegde gebied zullen gelden. Het bepaalde in de eerste volzin is hierbij van overeenkomstige toepassing.
8.
Het bepaalde in de leden 5, 6 en 7 is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van provinciale voorschriften zomede het bevoegde gezag van de provincie Noord-Holland.