De verklaring voor recht
Einde inhoudsopgave
De verklaring voor recht (BPP nr. XVIII) 2015/6:6 Opzet van het onderzoek
De verklaring voor recht (BPP nr. XVIII) 2015/6
6 Opzet van het onderzoek
Documentgegevens:
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens, datum 23-03-2015
- Datum
23-03-2015
- Auteur
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens
- JCDI
JCDI:ADS400597:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Om te weten te komen waar de behoefte aan de verklaring voor recht vandaan komt, bespreek ik in hoofdstuk 2 de historische achtergrond van de verklaring voor recht. Zoals ik hiervoor opmerkte, werd in de rechtspraak ten tijde van het verschijnen van de dissertatie van Parser in 1903 nog aangenomen dat de verklaring voor recht niet toelaatbaar was. Ik bespreek waarom dat zo was en welke ontwikkelingen ertoe hebben geleid dat vlak na de eeuwwisseling de verklaring voor recht wél toelaatbaar werd geacht. Ook bespreek ik onder welke omstandigheden een partij volgens de rechtspraak met succes een verklaring voor recht kon vorderen.
In hoofdstuk 3 komt de rechtspraak en literatuur over de in 1992 ingevoerde art. 3:302 en 3:303 BW aan de orde. Ik bespreek in dat hoofdstuk ook in welke context schrijvers stellen dat de verklaring voor recht het mindere is van de veroordeling tot prestatie. In hoofdstuk 4 onderzoek ik of, en zo ja, in hoeverre die stelling juist is en of het in bepaalde situaties zinvol is om een verklaring voor recht naast een veroordeling tot prestatie te vorderen. In hoofdstuk 5 en 6 bespreek ik in welke gevallen een veroordeling tot prestatie niet kan worden gevorderd en een partij is aangewezen op een negatieve verklaring voor recht (hoofdstuk 5) of een positieve verklaring voor recht (hoofdstuk 6). Ook bespreek ik wat een partij dan heeft aan die verklaring voor recht. Ten slotte komt in hoofdstuk 6 aan de orde of, en zo ja, in hoeverre de verklaring voor recht bijdraagt aan een efficiëntere procesvoering en of de verklaring voor recht genoegdoening oplevert. In hoofdstuk 7 beantwoord ik de hiervoor geformuleerde onderzoeksvraag.