RCR 2020/15
Ingebrekestelling en verzuim. Hoe dient bepaald te worden of de termijnstelling in de ingebrekestelling redelijk is?
HR 11-10-2019, ECLI:NL:HR:2019:1581
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
11 oktober 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03216
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS188930:1
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Verbintenissenrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1581, Uitspraak, Hoge Raad, 11‑10‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:623, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 24‑07‑2018
- Wetingang
Essentie
Ingebrekestelling en verzuim. Redelijke termijn.
Hoe dient bepaald te worden of de termijnstelling in de ingebrekestelling redelijk is?
Samenvatting
Fraanje is hoofdaannemer op het project Sportpunt Zeeland te Goes en heeft in april 2013 aan onderaannemer Alukon de opdracht gegeven om verschillende werkzaamheden te verrichten. In mei 2013 hebben partijen gesproken over de planning van de werkzaamheden. Op 5 juli 2013 heeft Fraanje Alukon om een plan van aanpak verzocht naar aanleiding van de vertraging die was ontstaan. Per mail heeft Alukon op 11 juli 2013 de planning toegestuurd. Deze planning werd niet gevolgd en op 6 september 2013 ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.