Einde inhoudsopgave
Mijnbesluit BES
Artikel 47
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Mijnverordening ter uitvoering der Curaçaosche mijnwet, zoals gewijzigd bij het Aanpassingsbesluit openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (27-09-2010, Stb. 366). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
21-09-2010, Stb. 2010, 445 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Mijnbouw
Goederenrecht / Eigendom, bezit en houderschap
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
Het schriftelijk verzoek om verlening van eene vergunning moet door den houder of zijn vertegenwoordiger in twee eensluidende gezegelde exemplaren worden ingediend aan Onze Minister en wel binnen drie maanden vóór het verstrijken van den vergunningstermijn, waarvan de verlenging wordt gevraagd. Met de exemplaren van het verzoek wordt gehandeld overeenkomstig het bepaalde bij het vierde lid van artikel 1a van de Mijnwet BES in verband met het tweede en vierde lid van art.28 van dit besluit. Verzoeken om verlenging ingediend nà, of langer dan drie maanden vóór, het verstrijken van den vergunningstermijn worden onvoorwaardelijk afgewezen.
2.
Het verzoek kan worden gedaan door een gemachtigde; de volmacht moet bij het verzoek worden overgelegd. Het bepaalde bij het tweede en derde lid van art.29 is ten deze toepasselijk.
3.
Het verzoek om verlenging mag, evenals de beschikking waarbij de verlenging wordt verleend, slechts betrekking hebben op ééne vergunning.
4.
De verlengde vergunningstermijn gaat in met den dag volgende op dien waarop de termijn, waarvan de verlenging wordt verleend, eindigt of inmiddels reeds is geëindigd.
5.
In afwachting van de beschikking op een verzoek om verlenging mogen de werkzaamheden op het onderzoekingsterrein voortgezet.
6.
Bij overlijden van den houder eener vergunning die een verzoek om verlenging heeft ingediend, waarop alsdan nog niet is beschikt, kan de verlenging aan de rechtverkrijgenden worden verleend.