NJ 2020/240
IS-terrorisme: opruien en verspreiding opruiend materiaal.
HR 24-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:447, m.nt. N. Keijzer
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
24 maart 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien, M.J. Borgers, J.C.A.M. Claassens
- Zaaknummer
18/02561
- Conclusie
A-G mr. E.J. Hofstee
- Noot
N. Keijzer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS204944:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Grondrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:447, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 24‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1235, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑07‑2019
- Wetingang
Essentie
IS-terrorisme: opruien en verspreiding opruiend materiaal.
1. De bewezenverklaring t.z.v. (mede)plegen van opruiing en verspreiding van opruiende geschriften door plaatsing van berichten op Twitter en Facebook is toereikend gemotiveerd. Geen grondslagverlating door afzonderlijke berichten niet bewezen te verklaren.
Samenvatting
- Ad 1.
’s Hofs oordeel over de bewezenverklaring komt erop neer dat ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.