Regeling brievenbussen BES
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van de Beschikking Brievenbussen, zoals gewijzigd bij de Aanpassingsregeling BES EZ (09-09-2010, Stcrt. 14371). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
09-09-2010, Stcrt. 2010, 14860 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 07-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Bijzondere onderwerpen bestuursrecht
1.
De vorm en de kleur van de brievenbussen moeten zodanig zijn, dat verwarring met voor het publiek bestemde brievenbussen van de houder van de concessie niet mogelijk is.
2.
Een brievenbus dient voor de postbesteller bediend te kunnen worden door middel van een brievengleuf of een klep die kan worden geopend.
3.
De brievengleuf of klep dient horizontaal in een verticaal vlak of in het bovenvlak van de brievenbus te zijn aangebracht en dient zich bij voorkeur te bevinden 1,1 meter boven het niveau, waarop de brievenbus wordt bediend, maar in geen geval lager dan 0,6 meter dan wel hoger dan 1,8 meter.
4.
De afmetingen van de vrije inwerpopening van een brievengleuf dienen in de lengte ten minste 25 cm te bedragen en in de breedte 3,2 cm.
5.
De inwerpopening dient zo te zijn uitgevoerd, dat het bedienen van de brievenbus zonder gevaar voor verwondingen kan geschieden.
6.
Indien zich achter de inwerpgleuf een ruimte bevindt, bestemd voor de bewaring van postzendingen, dan dient de inwendige bruikbare breedte ten minste 27 cm te bedragen en de twee andere inwendige bruikbare afmetingen ten minste 15 en 38 cm.