Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad
Einde inhoudsopgave
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/9.7:9.7 Conclusie
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/9.7
9.7 Conclusie
Documentgegevens:
mr. A. Karapetian, datum 01-01-2019
- Datum
01-01-2019
- Auteur
mr. A. Karapetian
- JCDI
JCDI:ADS349804:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Een onderdeel van de zorgplichten die de bestuurder jegens de schuldeisers in acht moet nemen, is dat hij acht slaat op de belangen van zekerheidsgerechtigde schuldeisers. Die belangen komen tot uitdrukking in de zekerheidsrechten die deze schuldeisers in de contractuele verhouding tot de schuldenaar-vennootschap hebben bedongen. In de strafbepalingen van art. 321 Sr over verduistering en art. 348 Sr over onttrekking aan het pandrecht kunnen normen worden geïdentificeerd die op de bestuurder persoonlijk rusten. De bestuurder mag zaken die hij uit hoofde van zijn beroepsuitoefening onder zich heeft niet verduisteren en hij mag geen gedragingen verrichten die ertoe leiden dat goederen van de schuldenaar-vennootschap worden onttrokken aan het pandrecht van een ander. Er zijn in dit hoofdstuk verschillende situaties besproken waarin de bestuurder zekerheidsrechten van schuldeisers kan frustreren. Een van de conclusies daarbij is dat de beoordeling van de onrechtmatigheid van het gedrag niet afhankelijk mag worden gesteld van de vraag of de bestuurder heeft voorzien dat de gesecureerde vordering van de schuldeiser onvoldaan zou blijven. Een dergelijke eis zou afbreuk doen aan de belangen van de schuldeiser waartoe het zekerheidsrecht juist als waarborg dient.
Bij de bestudering van de normen is telkens onderzocht in hoeverre maatschappelijke belangen van behoud van de onderneming en de werkgelegenheid een inbreuk op zekerheidsrechten kunnen rechtvaardigen. Een terugkerende conclusie daarbij is dat maatschappelijke belangen een inbreuk slechts kunnen rechtvaardigen indien de zekerheidsgerechtigde kan rekenen op compensatie.