Einde inhoudsopgave
RvdW 2015/456
Ambtsmisdrijven; art. 119 Gw, art. 76 RO, art. 483 leden 1 en 2 Sv. Gasboringen Groningen. Kennelijk niet-ontvankelijk beklag over niet vervolgen minister. Hoge Raad niet bevoegd om vervolging te bevelen.
HR 27-03-2015, ECLI:NL:HR:2015:765
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
27 maart 2015
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, A.H.T. Heisterkamp, C.E. Drion
- Zaaknummer
15/00292
- Conclusie
A-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Bestuursrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:765, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 27‑03‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑01‑2015
Essentie
Ambtsmisdrijven; art. 119 Gw, art. 76 RO, art. 483 leden 1 en 2 Sv. Gasboringen Groningen. Kennelijk niet-ontvankelijk beklag over niet vervolgen minister. Hoge Raad niet bevoegd om vervolging te bevelen.
Partij(en)
[Klager], klager.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.F. Langemeijer:
1. De feiten en het procesverloop
1.1.
Op 5 september 2013 heeft klager bij de politie te Groningen aangifte gedaan van strafbare feiten die naar zijn mening zijn gepleegd door de directie van de Nederlandse Aardoliemaatschappij B.V. en door H.G.J. Kamp in zijn hoedanigheid van minister van Economische Zaken. Het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.