Einde inhoudsopgave
Overeenkomst betreffende een eengemaakt octrooigerecht
Artikel 51 Andere taalregelingen
Geldend
Geldend vanaf 01-06-2023
- Bronpublicatie:
19-02-2013, Trb. 2016, 1 (uitgifte: 18-01-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
19-02-2013, Trb. 2013, 92 (uitgifte: 30-05-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-06-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
16-08-2023, Trb. 2023, 98 (uitgifte: 16-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
16-08-2023, Trb. 2023, 98 (uitgifte: 16-08-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
Elk panel van het Gerecht van Eerste Aanleg en het Hof van Beroep kan, voor zover passend, afzien van het vereiste van vertaling.
2.
Op verzoek van een van de partijen en voor zover passend, wordt door elke divisie van het Gerecht van Eerste Aanleg en door het Hof van Beroep in tolkdiensten voorzien ten behoeve van de betrokken partijen bij de mondelinge behandeling.
3.
Onverminderd artikel 49, zesde lid, heeft de verweerder die zijn woonplaats, zijn hoofdvestiging of vestiging in een lidstaat heeft, in geval van een inbreukprocedure bij de centrale divisie, het recht op zijn verzoek een vertaling te krijgen van relevante stukken in de taal van de lidstaat van zijn woonplaats of van zijn hoofdvestiging of, bij gebreke daarvan, van zijn vestiging, in gevallen waarin:
- a.
de bevoegdheid overeenkomstig artikel 33, eerste lid, onder 3 of 4, bij de centrale divisie ligt, en
- b.
de procestaal voor de centrale divisie geen officiële taal is van de lidstaat waar de verweerder zijn woonplaats, zijn hoofdvestiging of, bij gebreke daarvan, zijn vestiging heeft, en
- c.
de verweerder onvoldoende kennis heeft van de procestaal.