Inhoudsopgave
NTBR 2015/32:De Hoge Raad en de verklaring voor recht
NTBR 2015/32
De Hoge Raad en de verklaring voor recht
HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:760, NJB 2015/691, RvdW 2015/450 (AIG/X)
Documentgegevens:
Mr. dr. N.E. Groeneveld-Tijssens, datum 30-07-2015
- Datum
30-07-2015
- Auteur
Mr. dr. N.E. Groeneveld-Tijssens1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS226762:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Wetingang
art. 6 EVRM; art. 3:317 lid 2 BW; art. 10 WAM; art. 3:324 BW; art.3:302 BW
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In HR 27 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:760 (AIG/X) heeft de Hoge Raad beslist dat als de eiser een verklaring voor recht vordert dat de gedaagde aansprakelijk is voor schade, de rechter ervan dient uit te gaan dat de eiser belang heeft bij zijn vordering, mits de mogelijkheid van schade aannemelijk is. In deze bijdrage komt onder andere aan de orde wat dit arrest betekent voor gevallen waarin een door de eiser gevorderde verklaring voor recht geen betrekking heeft op aansprakelijkheid voor schade.
1. Inleiding
Het burgerlijk procesrecht strekt primair tot erkenning en verwezenlijking van materiële rechten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.