TvI 2014/42
De betekenis van het onttrekkingsbegrip van art. 348 Sr
HR 22-04-2014, ECLI:NL:HR:2014:965, m.nt. Mr. A. Karapetian
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
22 april 2014
- Zaaknummer
12/01685
- Noot
Mr. A. Karapetian
- JCDI
JCDI:ADS919396:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:965, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑04‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:1431, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑08‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑12‑2012
Essentie
De betekenis van het onttrekkingsbegrip van art. 348 Sr
Hoe dient het begrip ‘onttrekking’ uit art. 348 lid 1 Sr te worden uitgelegd dat ziet op strafbare onttrekking aan onder meer het pandrecht? De Hoge Raad heeft in een recente uitspraak geoordeeld dat elke handeling die ertoe strekt de uitoefening van het pandrecht te beletten, getroffen wordt door art. 348 Sr, ongeacht de vraag of de uitoefening van het pandrecht door die handeling feitelijk wel of niet onmogelijk is geworden. De vraag is of de grenzen van de strafrechtelijke aansprakelijkheid niet te breed worden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.